Spring naar inhoud

Vakantie Fuertaventura 14/02/2018-21/04/2018

Fuerteventura is met een oppervlakte van 1660km² het op één na grootste Canarische Eiland, een archipel in de Atlantische Oceaan die hoort bij Spanje en ongeveer honderd kilometer voor de noordwestkust van Afrika ligt. Het eiland werd net als El Hierro, La Gomera en Lanzarote veroverd door Jean de Béthencourt aan het begin van de 15de eeuw. Het dorp dat ontstond rond het opgeslagen kamp van de veroveraar, Betancuria, was de hoofdstad van Fuerteventura tot 1834.
Fuerteventura is van vulkanische oorsprong en heeft een zeer droog klimaat. Hier en daar zijn duinen gevormd met overgewaaid zand uit de Sahara. Vulkaanuitbarstingen en zand uit de Sahara, maar ook de droogteperiodes in de voorbije 2 eeuwen zorgden voor een ineenstorting van de landbouw. Overbegrazing door geiten deden dan weer de bossen in sneltempo verdwijnen. Fuertaventura moet tegenwoordig dan ook zijn inkomsten halen uit het toerisme. De huidige eilandraad heeft inmiddels wel een toeristische bouwstop ingevoerd om het authentieke van het eiland te bewaren, milieuvriendelijke energiewinning (wind en zon), recycling van afval en herbebossing van aangetaste gebieden zijn nu prioritair.
Verblijf:
Apartamentos la Piramide
Adres: Calle Berlina, 7, 35610 Costa de Antigua – Nuevo Horizonte
http://www.lapiramidefuerteventura.com/

 

Woensdag 14 februari 2018
Heel erg vroeg gaat de wekker voor een nieuwe vakantie op Fuertaventura, na vorig jaar het noorden van het eiland verkend te hebben staat dit jaar het centrum en zuiden op het programma. Na een korte taxirit, een vlotte check in en een al even vlotte passage aan de douane is het wachten tot we kunnen opstijgen, voor mij start de vakantie als ik in de lucht hang. Iets meer dan 3 uur later is de regen en kou van België meteen vergeten bij het uitstappen uit het vliegtuig, een mooi zonnetje en een heerlijke temperatuur, het is inmiddels bijna middag. Het transport naar het appartement hadden we vooraf geboekt via Viajes Urbis, toch wel een aanrader, vanaf de luchthaven vertrekt er heel regelmatig een bus, zowel in noordelijke als zuidelijke richting en 48uur voor je terugreis krijg je in je accommodatie bericht van het uur waarop ze je terug komen oppikken. De rit naar onze verblijfplaats is kort gezien we kozen voor Nuevo Horizonte, iets ten zuiden van de luchthaven aan de oostkust. In Nuevo Norizonte zijn ze ooit met veel moed begonnen aan een nieuw toeristisch dorp, maar zoals op veel plaatsen op Fuertaventura bleven vele gebouwen onafgewerkt, het plaatsje oogt misschien wat mistroostig, met naast wat hotels en appartementen slechts een paar restaurantjes en winkeltjes, maar door zijn centrale ligging aan de oostkust en kort bij de verbindingsweg van noord naar zuid, heb je er vrij goede busverbindingen en kan je ook met de wagen snel alle richtingen uit. De eerste namiddag staat in het teken van acclimatiseren, lees profiteren van eindelijk wat zon, op verkenning gaan in het dorpje en kuieren en mijmeren langs het water.

Donderdag 15 februari 2018
Als we wakker worden doet de zon heel erg haar best om door de wolken te breken, maar de wolken zullen het vandaag halen en we zullen het moeten stellen met af en toe wat zonnestralen, maar de temperatuur is en blijft aangenaam na de koude belgische winter. Na het ontbijt verlaten we het appartement richting busstation. Bus 3 verbindt de hoofdstad Puerto del Rosario met Salinas del Carmen en deze bus heeft een stopplaats in Nuevo Horizonte. De bus zet ons af op de parking van het zoutmuseum. Salinas del Carmen is een klein vissersdorpje dat vooral in het weekend opleeft als de lokale eigenaren er naar hun buitenverblijf in de oude vissershuisjes komen om het weekend door te brengen. Zonder de aanwezigheid van het zoutmuseum, dat toch wel wat toeristen aantrekt, zou het inderdaad een spoordorp kunnen zijn op een doordeweekse donderdag. Het dorpje telt slechts een handvol huizen, bij het verlaten van het dorp staat een recent (2008) gebouwde kleine kerk / kapel die zeker de moeite is om eens binnen te gaan kijken. De kapel is helemaal ingericht met verwijzingen naar het vissersbestaan. Via de kustlijn kan je terug wandelen naar het zoutmuseum. In Salinas del Carmen bevindt zich de laatste nog werkende saline waar op traditionele manier zout wordt gewonnen (schuimzout). De zoutpannen worden nog volop gerestaureerd, maar een deel is reeds in zijn oorspronkelijke toestand hersteld. Via een interessant leerpad met informatieborden krijg je een heel goed beeld van hoe het zout gewonnen wordt. Het ‘witte goud’ was lang een belangrijke inkomst voor het eiland. Nadien nemen we de bus richting Caleta de Fuste, één van de belangrijkste toeristische vakantiecentra aan de oostkust. Cultuurhistorisch stelt het weinig voor, maar de buurt van de 18de eeuwse haven Puerto del Castillo is wel een aanrader, ook ideaal om iets te eten met zicht op het water. Het was ooit één van de 3 havens die van de landheer het recht had goederen te exporteren, de haven van Caleta diende vooral voor de export van landbouwproducten van het centraal gelegen deel van het eiland. Vandaag wordt de haven vooral gebruikt voor toeristische rondvaarten en plezierboten. Na de lunch wandelen we via de Paseo Maritimo Promenade langsheen de kustlijn terug richting het appartement, een mooi wandelpad langsheen de rotsachtige kustlijn.

Buslijnen en schema: http://tiadhe.com/en/our-routes/
Vrijdag 16 februari 2018
De zon is er al bij het opstaan, dus ontbijten kan voor het eerst op het terras. Gezien het in het weekend carnaval is in de hoofdstad besluiten we vandaag de bus te nemen naar Puerto del Rosaria, de hoofdstad had vroeg de naam Puerto de Cabras, wat geitenhaven wil zeggen. Geen geiten meer, maar wel de grootste stad van het eiland met een levendige havenbuurt waar ook tal van cruiseschepen aanmeren. De bus zet je af in de bovenstad, al vermoed ik dat je ook wel vroeger kan uitstappen, de weg naar het centrum is niet moeilijk, gewoon bergaf richting water. De stad heeft sinds begin deze eeuw tal van sculpturen geplaatst, vooral personen en dieren, de sculpturen maken deel uit van het Parque Escultorico. Bij de toeristische dienst vlak bij de oude haven kan je een stadsplan bekomen met een route langsheen de kunstwerken. Centraal in de stad bevindt zich de Iglesia Nuestra Senora del Rosario met een fraai plein. De kerk heeft een bijzondere klokkentoren die zich centraal in de kerk bevindt. Vlakbij de kerk bevindt zich het Casa Museo Unamuno, een klein museum ondergebracht in het voormalige Hotel Fuertaventura, het museum stelt de inrichting van de typische stadswoningen uit de jaren 20 van de vorige eeuw tentoon. De naam van het museum verwijst naar de Baskische schrijver Miguel de Unamuno die er in 1924 5 maanden verbleef. Na wat rond gekuierd te hebben in het oude stadsdeel wandelen we via de oude haven naar de Avenida de los Reyes de Espana. Steegjes met trappen verbinden de havenwijk met het centrum. Vanaf de kustweg kan je een mooie rij met gerestaureerde traditionele woningen zien met zand- en okerkleurige tinten en natuursteen rond ramen en deuren. Langsheen de kustweg bevinden zich een aantal kleine restaurantjes die je via één van de steegjes kan bereiken en van waar je een mooi zicht hebt op de haven. We lunchen er op het terras en kunnen tijdens het eten zien hoe een cruiseschip zich stilaan klaarmaakt om de oceaan op te varen, het lijkt wel een stad in de haven. Na het eten flaneren we wat op de promenade langs de kust en de pier om ons dan even neer te ploffen op het kleine Playa de los Pozos. Op de terugweg naar het busstation is het desserttijd. In de Calle Primero de Mayo, de winkelstraat, bevindt zich in nr. 40 ‘Delicias Y Namaste’. Dit veganisch restaurant is een echte aanrader, jammer genoeg hadden wij reeds geluncht, want de gerechten zagen er verrukkelijk uit, wij kozen voor zelfgemaakt gebak en een heerlijk vruchtensapje. De keuze aan gebak en sap lijkt er wel oneindig.

Eettip: https://www.facebook.com/deliciasynamaste/

 

Zaterdag 17 februari 2018
Vandaag geen bus meer, de volgende dagen trekken we erop uit met een huurauto. Via de receptie huurden we een auto via Best Choice Autos Ramires in Caleta. Binnen het half uur werd de auto netjes aan het appartement afgezet, na de nodige formaliteiten te hebben voldaan kunnen we op pad met onze knalrode Fiat Panda, later zullen we merken dat we niet de enigen zijn met dergelijke wagen. Over de service van de verhuurmaatschappij kunnen we zeker niet klagen. Ons doel vandaag is de westkust. We steken bij het verlaten van Nuevo Horizonte de FV-2 over en nemen de FV-413 naar Antigua, waar zich het bestuurlijk centrum bevindt van de regio waar wij verblijven. Antigua telt 2300 inwoners en ondanks dat het één van de oudste nederzettingen is op het eiland is het niet toeristisch. Rondom de stad wordt er nog aan landbouw gedaan en dat zorgt toch wel voor mooie landschappen. Het centrum zelf kent straten met een rechthoekig patroon met centraal het Plaza Cruz de los Caidos en de Iglesia Nuestra Senora de la Antigua. De 18de eeuwse kerk werd gebouwd op de plaats waar in de 16de eeuw Andalusische kolonisten een kapel bouwde voor de Maagd van Antigua die in Sevilla werd vereerd. De kerk was jammer genoeg gesloten, het plafond uit canarisch dennenhout en een prachtig versierd verhoogd koor blijken de moeite te zijn. Aan de buitenzijde is de toren met koepel best mooi. We rijden verder zuidwaarts via de hoofdweg FV-20 tot Tuineje om dan via de FV-30 richting Ajuy te rijden aan de westkust. Vanuit Ajuy veroverde Jean de Béthencourt begin 15de eeuw het eiland. Het dorpje bij de zee, Puerto de la Pena, is het meest toeristisch en eerlijk toegegeven het is er zalig vertoeven op het strand met het overweldigende geluid van de Atlantische Oceaan die op de rotsen botst, het strand noemt er niet voor niets Playa de los Muertos. De hele omgeving is er beschermd als natuurmonument. Ons doel is een wandeling naar de Cuevas de Ajuy, eerst een klim naar de Mirador de Ajuy, later komen we langs voormalige kalksteenovens uitgehouwen in de rotsen, om dan via een leuk rotspad langsheen het water richting de Cuevas de Ajuy te wandelen, via een trap kan je de grot in en daar moet je je gewoon laten overweldigen door de natuur, het klotsen van het water aan de voorzijde op de rotsen en boven de grot laat je beseffen hoe krachtig de natuur wel is. We keren terug naar het strand om er te lunchen in het restaurant Cuevas de Ajuy met een terras met zicht op het strand. Net als een aantal andere kleine restaurantjes kan je er typische canarische visgerechten krijgen met vis dagvers door de vissers aan wal gebracht. Nadat we nog een half uurtje genoten hebben van de natuurpracht op het strand rijden we weer landinwaarts voor eerst nog een korte stop en wandeling naar de Barranco de la Madre del Agua langsheen een met palmen omzoomd zandpad. Op de terugweg naar onze verblijfplaats maken we nog een stop in Pajara voor ons inmiddels traditioneel geworden vieruurtje. Aan een plein met laurierbomen staat de 17de eeuwse twee-beukige kerk met ongelijke schepen, de Nuestra Senora de la Regla. Voor de kerk bevindt zich een oude waterradbron (Noria), een voor die tijd ingenieus systeem om water op te pompen. Het is carnaval in Pajara, erg rustig is het er niet, dus besluiten we een kleine wandeling te maken net buiten het centrum. In Pajara resideerde een paar eeuwen terug een aantal adellijke families waardoor er een aantal mooie adellijke landhuizen staan, één ervan bevindt zich tegenover de kerk, het huidige restaurant La Fonda, waar gekookt wordt met plaatselijke bioproducten. Voor we terug naar de oostkust rijden proeven wij er één van de vele gebakjes die in het uitstalraam staan.

Eettip: https://www.facebook.com/Restaurante-la-fonda-747134268731117

 

Zondag 18 februari 2018
Vandaag trekken we naar het zuiden, maar eerst rustig wakker worden en ontbijten op het terras, de zon is weer vroeg van de partij en het ziet ernaar uit dat het weer een prachtige dag zal worden. We nemen de hoofdweg (F-2) naar het zuiden om ter hoogte van Granja Experimental links af te slaan richting Pozo Negro, zwarte put, en die is te vinden bij het binnenrijden van het dorpje. In deze regio vond ongeveer 15000 jaar geleden de laatste vulkaanuitbarsting plaats op het eiland, de lavastroom liep door het dal van Pozo Negro richting kust. Het dorp zelf is een klein vissersdorpje met traditionele witgekalkte kleine vissershuisjes en een strand dat bestaat uit kleine kiezelsteentjes. In dit gebied zijn een aantal prehistorische sites te bezoeken. Zelf al is het vandaag zondag, het dorpje is bijzonder rustig, op een paar paragliders en enkele toeristen na is het er heel rustig, ideaal om te genieten van de omgeving. Op de terugweg naar de auto merken we dat een aantal huizen nog effectief bewoond worden, de locals zijn samengetroept op een terras voor een zondags onderonsje. Onze tocht gaat verder zuidwaarts, we volgen opnieuw de F-2 en later de F-4 richting Gran Tarajal, de tweede belangrijkste stad van het eiland laten we links liggen, al is het eigenlijk rechts, om door te rijden naar Las Playitas. Eerst vergissen we ons en komen we terecht in een lelijk vakantiedorp om uiteindelijk toch de weg naar het oude dorp te vinden. In dit dorp aan de oceaan lijken de huizen wel op elkaar gebouwd, vanaf het water gaat het steil omhoog en daar werd mooi gebruik van gemaakt bij het ontwerpen van de huizen, die gezien vanaf de kust bijna letterlijk boven elkaar staan. Vanaf de kust zijn er kleine steegjes met trapjes naar de hoger gelegen sneeuwwitte kubusvormige huizen. Dit plaatsje oogt idyllisch en op de smalle promenade langs het water bevindt zich een restaurant, bar restaurante Las Playas, met een terras vlak aan het water, onze lunchstop. Na de lunch bezoeken we de vuurtoren, Faro de la Entallada net buiten het dorp. De kronkelende weg ernaartoe is prachtig en een voorbode van een heel mooi uitzicht vanaf de mirador aan de vuurtoren, we zijn er helemaal alleen en laten ons overweldigen door de pracht van de natuur, de bergen, het water, de vogels. Nadien is het tijd om weer naar het noorden te rijden. ‘s Avonds kunnen we nog genieten van een prachtige zonsondergang die Nuove Horizonte goudgeel kleurt.

Maandag 19 februari 2018
Onze Fiat Panda is intussen reeds onze vriend geworden en vandaag zal hij zich van zijn beste kant mogen laten zien, want we trekken de bergen in. We rijden eerst opnieuw richting Antigua, om daar deze keer niet naar het zuiden te rijden, maar de FV-416 te nemen in de richting van Betancuria, een weg die we ook vorig jaar namen en die ons net als toen opnieuw prachtige uitzichten bezorgt. Anders dan vorig jaar is nu de Mirador de Morro Velosa gesloten, jammer want het uitzicht was er vorig jaar prachtig, maar om één of andere reden is de straat ernaartoe elke zondag en maandag gesloten. Een eerste stop dan maar iets verderop aan de Mirador de Betancuria om nadien door te rijden naar Betancuria zelf, de voormalige hoofdstad van Fuertaventura. Vorig jaar waren we er op een zondag en was het er bijna spookachtig stil, vandaag op maandag is alles open en wemelt het er van de toeristen, waarvan de meeste vermoedelijk met toeristenbussen in grote getallen worden afgezet. De stad, genoemd naar veroveraar Jean de Béthencourt, heeft meteen iets vrolijks en dat doet ons besluiten om er wat langer te blijven en er ook te lunchen met afsluitend natuurlijk weer gebak. Na de middag maken we eerst nog een korte stop in Vega de Rio Palmas waar zich een mooi kerkje bevindt, de Santuario de la Vega, een bedevaartkerk waar de Rotsmadonna wordt vereerd, het beeld uit de 15de eeuw is vermoedelijke het oudste heiligenbeeld van het eiland. Net buiten het dorpje ruilen we de auto voor de wandelschoenen en maken we een prachtige wandeling naar de de Ermita de la Pena. De wandeling start via de bedding van de Barranco de Las Penitas die bijna het hele jaar door volledig droog staat, om na een klein half uurtje aan te komen aan de Presa de Las Penitas, een aangelegd stuwmeer dat echter door het binnendringen van zand nagenoeg meteen dichtslibde en er zorgde voor een moerasachtige ondergrond die nu door tal van vogelsoorten gebruikt wordt als broedplaats. Vanaf het voormalige stuwmeer volgen we een oud pelgrimspad door de rotsen tot aan de 15de eeuwse Ermita de la Pena waar volgens een legende halfweg de 15de eeuw de Rotsmadonna die in de kerk van Vega de Rio Palmas staat zou gevonden zijn. Meestal vind ik het niet fijn om dezelfde weg terug te lopen, maar in dit prachtige decor vind ik dat helemaal niet erg. Op de terugweg maken we nog een korte stop aan het uitzichtpunt van de Degollada de Los Grandadillos waar grondeekhoorns maar al te graag komen poseren voor de fotografen en doen we nog boodschappen in Pajara, waar we ook beslissen om de auto nog een dagje langer te huren en dat kon allemaal makkelijk telefonisch geregeld worden.

 

Dinsdag 20 februari 2018
Ontbijten op het terras is inmiddels traditie geworden, op onze laatste volledige dag mogen we die traditie niet verbreken. We zijn inmiddels bijna een week op Fuertaventura, we hebben nog geen druppel regen gehad en ook vandaag op een paar wolkjes na een blauwe hemel. We besluiten om voor onze laatste dag nog eens de bergen in te trekken richting de panoramaweg. We nemen de hoofdbaan naar het zuiden om net voorbij Carga del Camelo rechts af te slaan om via de FV-56 en de FV-618 richting El Cardon te rijden waar we een eerste stop maken. Het kleine dorpje is verre van toeristisch maar oogt idyllisch aan de voet van de Montana Cardon waar nog vrij intensief aan landbouw wordt gedaan, hoofdzakelijk dan de tomatenteelt. De regio rond de berg is beschermd als natuurmonument. Na een korte stop tijd om de berg op te rijden, nagenoeg na elke bocht komt een wauwmoment, hier zou je om de 100m kunnen stoppen om te genieten van de natuurpracht. Wie via de noordzijde de berg afrijdt komt terecht op de FV-605, de panoramaweg, die La Pared met Pajara verbindt. Het berglandschap bestaat uit ontelbare tinten bruin die door de lichtinval van de zon en het spel van de wolken constant veranderen. Halverwege ligt de Degollada del Viento, natuurpracht om emotioneel bij te worden. Om te lunchen rijden we door naar Pajara waar we in restaurant La Fonda een traditioneel gerecht met geit eten (stoofpotje). Na het eten bezoeken we nog even de kerk die bij een 3de passage in Pajara nu eindelijk geopend is. Omdat de heenweg zo prachtig was besluiten we via dezelfde weg terug te rijden, via de panorameweg weer over de Montana Cardon tot aan de FV2. Omdat we niet genoeg krijgen van de bergen rijden we niet via de grote baan richting Tuineje, maar rijden we dwars door de bergketen, op goed geluk af onze kaart volgen. Zo komen we nog in een aantal kleine dorpjes waar we kennis kunnen maken met het traditionele leven op Fuertaventura en dan stellen we ons telkens de vraag: waar leven deze mensen van? Vanaf hier is het tijd om afscheid te nemen van de bergen, via Tiscamanita rijden we noordwaarts tot Valles de Ortega om daar binnendoor te steken om zo weer via de FV-2 de oostkust af te rijden tot Nuove Horizonte waar we toch wel met enige tegenzin de sleutel van onze Rode Panda inleveren. De laatste dag wordt een volledige reisdag, met een tussenstop op Lanzarote en dan weer richting het koude Brussel.

Autoverhuur: http://www.bestchoicefuerteventura.es/

 

Heel veel dank aan mijn reismaatje Marieke met wie ik de laatste 2 jaar nagenoeg heel Fuertaventura ben doorgetrokken.

Fotoreportage: https://photos.google.com/share/AF1QipNBUwBboqKA2mQCM65lhoBDtNCRv6sUVuyC07Y6DwPC8Wr27nvsHt-ji5fB7Mf2Ug?key=dzZMX1hQM3NESkVidC1zRWY4MGp2RGdQdHdPNEl3

 

Weekend Vorselaar

Altijd leuk om er onverwacht een weekend op uit te trekken en telkens weer ontdek ik dat België ook heel wat mooie pleksjes te bieden heeft. Dit keer werd het de Antwerpse kempen, ten oosten van de stad, een fijne mix van rust, natuur en cultuur. Uitvalsbasis werd Vorselaar dat met hun slogan ‘verrassend natuurlijk’ de nagel op de kop slaat. Vorselaar is een erg groene gemeente en telt bovendien 2 natuurgebieden. Natuurpunt stippelde in beide natuurgebieden 2 mooie wandelingen uit, de wandeling in Lovenhoek werd zelfs bekroond met de titel van ‘mooiste wandeling van 2017’. Lovenhoek was tot begin 1900 een gehucht met tal van boerderijen, nu echter omgetoverd tot een prachtig natuurgebied van bijna 150 hectare. De ene zijde kent voornamelijk moerasvegetatie en de andere zijde een zandgrond waar men nu volop bezig is om de oorspronkelijke heidevegetatie te herstellen die door de eeuwen heen werd vernietigd voor naaldbos. Het natuurpad is ongeveer 6km lang, makkelijk beloopbaar en erg afwisselend. Ook het andere natuurgebied, Schupeleer, is een prachtig wandelgebied. De Kleine Nete doorkruist dit gebied. Hier heeft Natuurpunt een wandeling van 9km uitgetekend, maar met de wandelknooppunten kan je er rondtoeren zoveel je maar wil. Aan het natuurgebied Schupeleer ligt tevens de camping ‘De zeven geitjes’ die we kozen als overnachtingplaats. De camping kent heel wat vaste plaatsen, maar er is ook mogelijkheid om er met de eigen caravan of tent te gaan staan en bovendien kan je er voor 30 euro per nacht een stacaravan huren. Het is er heerlijk rustig verblijven aan de bosrond, de camping probeert trouwens zijn ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden en wil dit in de toekomst nog verder uitbreiden. Naast wandelen kan je er in de omgeving ook prachtige fietstochten maken, het mooie weer nodigde ons uit voor een fietstocht via de Nete en het kanaal richting Herentals, misschien niet de meest toeristische stad, maar wel eentje die veel meer te bieden heeft dan we ons hadden kunnen voorstellen en blijkbaar in de Middeleeuwen wel een belangrijke rol speelde op de handelsroute richting Antwerpen. In het gezellige centrum bevindt zich de mooie 15de eeuwse lakenhal van waar een mooi uitgestippelde historische wandeling je langs de belangrijkste bezienswaardigheden brengt zoals de prachtige oorspronkelijk 14de eeuwse Sint Waldetrudiskerk in Brabantse hooggotiek, het slotklooster ‘Het Besloten Hof’, het 17de eeuwse begijnhof, het kasteel Le Paige, het Oud Gasthuis,….
Logeertip: Camping De Zeven Geitjes: http://www.dezevengeitjes.be/
Eettip: De Schranshoeve: http://www.schranshoeve.be/ (prachtige langgevelhoeve )

Trail Transcollines Flobecq 11/06/2017

De vorige 3 trails noodgedwongen moeten annuleren door allerlei kwaaltjes, waaronder hoofdzakelijk een pijnlijke voet, maar vandaag het toch maar eens terug aangedurfd om aan de start te komen van een trail. Het werd de Trail Transcollines , 26,8km en 500 hoogtemeters. Altijd fijn om de richting van het Pays des Collines uit te gaan, één van de leukste plekjes van Wallonië. Vanmorgen dus vroeg uit de veren en richting faciliteitengemeente Flobecq voor een organisatie van Endurance Team, met Thomas Loquet in de organisatie een ervaren trailloper, hoge verwachtingen dus van deze trail. Zonder het te beseffen werd het mijn 40ste trail/marathon. Bij aankomst in Flobecq waren de trailers van de 40 en 60km al een tijdje onderweg, wij mochten starten om 10u00. De zon was al vroeg van de partij, reeds 24° bij aankomst in Flobecq, waardoor we een extra rugzak met bevoorrading meesleurde over de hellingen van het Pays des Collines. Met minder dan 20% aan asfaltwegen vind ik er een parcours naar mijn hart, de eerste 5km over landelijke wegen zijn goed te doen, nadien trekken we voor het eerst het bos in en meteen ook de eerste klim van 15%. Nadien blijft het gestaag klimmen naar het Livierenbos en het Brakelbos waar we pal op de taalgrens lopen, tussenin tijd voor een uitgebreide bevoorrading. Dit gedeelte met fijne technische singletracks zijn voor mij samen met de mooie vergezichten de hoogtepunten van deze goed georganiseerde trail. Nadien lopen we richting Pottelbergbos, de Pottelberg, bij wielerfans wel gekend, is het hoogste punt van deze trail. Intussen ben ik 2 uur aan het lopen. Nadien 5km over veldwegen in voornamelijk dalende lijn, na 2 en een half uur raakt bij velen de drank op, gelukkig koos ik voor een extra lading in de rugzak zodat ik samen met nog een aantal andere goed voorziene trailers links en rechts wat kan uitdelen en is er ook een vriendelijke man waar we onze voorraad konden aanvullen. Na nog een stukje bos en een lastige klim tussen kilometer 23 en 24 nemen we de duik naar Flobecq, een Nordic walkster nam dat iets te letterlijk en viel, onbegrijpelijk dat zoveel trailers gewoon voorbij liepen, die paar minuten… Gelukkig had ik het noodnummer opgeslagen in mijn GSM, want geen van de 3 Nordic walkers hadden het genoteerd. Met de hulpdiensten onderweg vervolg ik mijn weg naar de aankomst die ik na 3u11 bereik. Iets te veel op de klok moeten kijken om in de gaten te houden dat ik om de 15 à 20 minuten dronk om ten volle te kunnen genieten van het ‘tijdloos’ lopen, maar blij dat ik het gedaan heb, de pijne voet en het krom lopen van de rugpijn zal hopelijk binnen een dag of 2 voorbij zijn.

Jogging des Boignees Wauthier Braine 30/04/2017

Mijn appartement en de verhuis hebben meer van mijn lichaam gevergd dan ik vooraf had durven denken, noodgedwongen mijn loopprogramma aangepast en geluisterd naar mijn lichaam. Na de leuke ontdekking in Sint-Katherina-Lombeek trok ik op paasmaandag naar Roosdaal waar ik voor het eerst aan de start stond sinds de jogging verhuisde van het voetbalterrein naar de tuinbouwschool, een aardige locatie om een jogging te organiseren met een mooi landelijk parcours, helaas voor mij weer te veel verhard en dus pijn aan voet en rug. Vorige week in Essenbeek dan voor de 14km gekozen in plaats van de 21km en de 32km lange trail van volgende week in Tangissart heb ik geschrapt en vervangen door de wedstrijd in Lot. Vandaag trok ik naar Wauthier Braine, waar ik voor het laatst in 2007 aan de start stond. Opdracht 1 was parking vinden en dan een kwartier wandelen naar de inschrijvingen, de challenge du Brabant Wallon barst stilaan uit zijn voegen, de charme van lopen op landelijke parcours in pittoreske dorpjes zal daar wel veel mee te maken hebben. De jogging wordt georganiseerd ten voordelen van ‘l’Atout’, een vereniging die zogenaamde probleemkinderen begeleidt met allerhande buitenactiviteiten. Na de start lopen we eerst richting de kerk van Woutersbrakel, zoals het dorp op de taalgrens in het Nederlands noemt, om dan aan een prachtige oude hoeve het veld in te draaien. Na 10 jaar was ik al vergeten hoe zwaar het parcours wel is, tussen kilometer 3 en 4 een zware asfaltklim om dan na een rustpauze via een klim in kasseien weer richting start te lopen waar de deelnemers aan de 5km afdraaien en die aan de 12km een 2de lus maken. Het parcours heeft in feite een 8-vorm. Na alweer een klim draaien we linksaf richting autosnelweg, eronderdoor natuurlijk J, om dan langsheen L’Abbaye de Nizelles te lopen, een prachtige abdij gesticht in de 15de eeuw. Het huidige gebouw is grotendeels 18de eeuws en wordt vandaag de dag gebruikt voor exclusieve feesten. Voor ons geen tijd om te feesten, het blijft op en neer gaan tot we in de voorlaatste kilometer eindelijk een serieuze afdaling krijgen gevolgd door de laatste klim naar de aankomst. Geen denderend loopgevoel, vooral heel vermoeide benen en met spijt in het hart moet ik toegeven dat de beslissing om de trail volgende week te schappen de enige goede beslissing was. Het kwartier stappen naar de auto leert me dat mijn voet ook weer naar de voeten is en de rug was al niet veel beter al zal dat laatste niet alleen van het lopen zijn. Voorzichtig toch uitkijken naar een volgende trail, die van Flobecq begin juni.

Jogging ‘Den bos rond’ Sint-Katherina-Lombeek 09/04/2017

Gisteren eens ‘Den bos rond’ gegaan, niet het Hallerbos dat momenteel mooi paars/wit is gekleurd, maar het Liedekerkebos. Voor de 6de maal werd in Sint-Katherina-Lombeek de jogging ‘Den bos rond’ georganiseerd, ik stond er voor de eerste maal aan de start. Keuzen uit 1, 2 of 3 ronden, traditiegetrouw ging ik voor het maximum, de 16,7km. Het parcours is er relatief vlak en erg afwisselend. Na de start de brug van de spoorweg over om een na een dikke 300m links af te draaien tussen het veld richting het Liedekerkebos. De doorbrekende zon zorgt er al snel voor dat de koele temperaturen van de nacht verdwijnen. Na 1km lopen we het Liedekerkebos in, dat samen met her Hertigembos een 200ha groot bos- en natuurgebied vormt in beheer van het Agentschap voor Natuur en Bos. We verlaten het bos aan kilometer 3 via een grindpad om dan richting de spoorlijn te lopen die we volgen tot aan de spoorwegbrug waar ik dus aan mijn 2de rondje moest beginnen, aangemoedigd door djembe spelers. Een goede training voor de Hyacintenjogging binnen 2 weken, want dan zal het Hallerbos helemaal paars gekleurd zijn en wil 21km lang genieten van de heerlijke hyacintengeur. Elke ronde ging wat sneller gisteren, goed voor een eindtijd van 1u24 en deze keer niet overdreven veel last van de voet. Een leuke kennismaking met deze jogging, goede organisatie, mooi parcours, voor mij weliswaar weer te veel verharde paden, en een hele fijn sfeer. Misschien enkel de rommelmarkt en de jogging niet op hetzelfde moment organiseren, want parking vinden was een hel zodat ik er met de afstand van de auto naar de inschrijving en terug zeker weer een halve marathon opzitten heb.

Estinnes-au-Mont 01/04/2017

Na een aantal hectische weken heb ik gisteren nog eens de loopschoenen aangetrokken om deel te nemen aan een wedstrijd van de challenge du Hainaut, nog maar de 2de wedstrijd van het seizoen. Het ging richting Estinnes-au-Mont voor de grote prijs Georges Van Hecke, al jarenlang goede vriend en in het begin van mijn loopcarrière ook mijn gids naar leuke wedstrijden anders dan de kerktorenjoggings. JC Estinnes organiseerde voor het 2de jaar op rij een halve marathon. Ondanks de moeilijke weken na het overlijden van mijn oma, de stress voor de nakende verhuis en last aan de linker voet, heb ik de laatste weken toch kunnen doortrainen. Eén ambitie vandaag, genieten van de prachtige natuur rond Estinnes-au-Mont en rust zoeken. In vergelijking met vorig jaar een licht gewijzigd parcours over voornamelijk landbouwwegen en een lange Ravel, al had voor een moddervarken als ik, de modderige start van vorig jaar mogen blijven J. De start gaat licht bergop tot aan de splitsing van de 6 en 21km na ongeveer anderhalve kilometer. Als ik me niet vergis is ook dit stuk anders dan vorig jaar, we lopen niet volledig door tot Croix-lez-Rouverouy, maar slaan links af en blijven op een licht heuvelachtig parcours tussen de velden lopen. Na de splitsing ga ik bewust even versnellen om weg te lopen van een groepje babbelaars, doel was rust zoeken en veel rondkijken. Een goede 20 minuten later, na een eerste van 3 bevoorradingen, komt de groep weer tot bij mij en laat ik me uitzakken. Ook aan de 2 volgende bevoorradingen zal ik tijd nemen voor mijn peperkoek en bekertje water. Voorbij het dropje Peissant, het enige dorp dat we doorkruisen, lopen we via een Ravel, deels door het bos, terug richting Estinnes-au-Mont. RAVeL is de afkorting van Réseau Autonome de Voies Lentes, wat we in vlaanderen de trage wegen noemen. Deze RAVel verbindt Estinnes-au-Mont met Thuin en maakt deel uit van een spoorwegnetwerk ontstaan aan het einde van de 19de eeuw tijdens de hoogdagen van de steenkoolindustrie in Wallonië. Een halve marathon net onder 1u45, maar met het laatste half uur toch wel weer last van de voet. Blij om nog eens een aantal mensen terug gezien te hebben, een mooie wedstrijd, niet echt mijn favoriete ondergrond, maar een prachtige omgeving om in te lopen. Nu nadenken over het vervolg van het seizoen, pijn en genieten gaan jammer genoeg niet samen, daardoor ook niet 100% mijn rust gevonden. Tussen de verhuisdozen door zou ik toch graag starten op de 21km lange hyacintenjogging in het Hallerbos en dan beslissen of we gaan trailen in Villers-La-Ville.

Fuerteventura 21/02/2017 – 28/02/2017

Fuerteventura is met een oppervlakte van 1660km² het op één na grootste eiland van de Canarische Eilanden, een archipel in de Atlantische Oceaan die hoort bij Spanje en ongeveer honderd kilometer voor de noordwestkust van Afrika ligt. Het eiland werd net als El Hierro, La Gomera en Lanzarote veroverd door Jean de Béthencourt aan het begin van de 15de eeuw. Het dorp dat ontstond rond het opgeslagen kamp van de veroveraar, Betancuria, was de hoofdstad van Fuerteventura tot 1834.

Fuerteventura is van vulkanische oorsprong en heeft een zeer droog klimaat. Hier en daar zijn duinen gevormd met overgewaaid zand uit de Sahara. Vulkaanuitbarstingen en zand uit de Sahara, maar ook de droogteperiodes in de voorbije 2 eeuwen zorgden voor een ineenstorting van de landbouw. Overbegrazing door geiten deden dan weer de bossen in sneltempo verdwijnen. Fuertaventura moet tegenwoordig dan ook zijn inkomsten halen uit het toerisme. De huidige eilandraad heeft inmiddels wel een toeristische bouwstop ingevoerd om het authentieke van het eiland te bewaren, milieuvriendelijke energiewinning (wind en zon), recycling van afval en herbebossing van aangetaste gebieden zijn nu prioritair.

 

Hotel:

H10 Ocean Suites

Adres: Calle Las Palmeras, 1, 35660 Corralejo, Las Palmas, Spanje

Telefoon: +34 928 53 62 99

 

Dinsdag 21/02/2017

Als de wekker om 4u30 af gaat zijn er 2 mogelijkheden, ofwel heb ik me serieus vergist de avond voordien ofwel is het tijd voor vakantie. Gelukkig was het het laatste. Voordeel van het vroege uur, geen files richting luchthaven. Een vlotte check in van de bagage en uiteraard weer een rood lichtje bij de security check, ik word het stilaan gewoon. Na de rompslomp tijd voor ontbijt en… wachten op het vliegtuig. Met een klein kwartiertje vertragen stijgen we op richting Fuerteventura, al moeten we eerst voor een korte stop naar de luchthaven van Arrecife op Lanzarote. Landen op een eiland is toch altijd wel speciaal, voor de landing al meteen een prachtig zicht op wat ons allemaal te wachten staat. Een klein half uurtje later nog eens opstijgen en nauwelijks later landen op Fuerteventura. Vooraf heb ik het transport van en naar de luchthaven geboekt via Viajes Urbis, we betaalden voor 2 personen en 2 stuks bagage 30,58€ heen en terug. De rit naar het hotel ging via de oostkust, ons hotel, H10 Ocean Suites bevindt zich in Corralejo, een voormalig vissersdorpje uitgegroeid tot de toeristische stad in het noorden. Het hotel is mooi opgebouwd rond 2 zwembaden en een aantal tuintjes waardoor het veel rust uitstraalt. Onze kamers met vrij grote terrassen hadden een mooi uitzicht over de tuin. Het voordeel van een vroege vlucht is dat je de eerste dag nog de omgeving van het hotel kan gaan verkennen, na een kleine snack trekken we dus op verkenning door Corralejo. Via de winkelstraat wandelen we richting strand tot aan de haven, een vrij actieve haven met mooie havenarm van waar je het onbewoonde eiland Lobos kan bewonderen, het zal niet de laatste keer zijn dat we Lobos voor ons zien. Blijf in Corralejo zeker niet enkel wandelen in de grote straten, de soms vrij smalle zijstraatjes en doorsteekjes zijn heel gezellig, opvallend, aan kappers en kapsters geen gebrek. Na weggedroomd te zijn aan de haven wandelen we via een aantal leuke pleintjes en een stop voor een gebakje dat we als aperitief eten, naar het hotel voor een eerste avondbuffet.

 

Woensdag 22/02/2017

Zalig wakker worden met de vogels die fluiten in de tuin en de zon die van ‘s ochtends al mooi naar binnen schijnt. Het had wat geregend maar de zon verdrijft reeds de wolken. Een uitgebreid ontbijt geeft ons de gelegenheid om te brainstormen over wat we vandaag gaan doen, vooraf hadden we al wat bezienswaardigheden genoteerd voor het noorden van het eiland en toen waren we reeds tot de conclusie gekomen dat een week te kort ging zijn om het hele eiland te verkennen. We besluiten het vandaag dichtbij het hotel te houden met een bezoek aan het Parque Natural de Corallejo, een 27km² groot natuurgebied, ook wel El Jable genoemd, de naam die de Normandische veroveraars er reeds aan gaven in de 15de eeuw. Jable is het Canarische woord voor zand. Dit natuurreservaat bevat de kustlijn en stranden ten zuiden van Corralejo en het duinengebied aan de overzijde van de drukke FV1-hoofdweg. Een beetje jammer van de 2 grote RIU-hotels die op het strand gebouwd werden voor de bescherming als natuurgebied in 1982, maar eerlijk toegegeven spierwitte zandstranden zou ik het nu ook niet meteen noemen. Zalig vertoeven op het strand is het wel en de duinen bieden beschutting tegen de wind al werden er op het strand tal van ‘natuurlijke’ windschermen gebouwd met stenen die op het strand te vinden zijn. Op zoek naar een gezellig plekje om te lunchen komen we terecht in het openlucht shopping center El Campanario, in het zuiden van de stad nabij de hoofdweg, veel gezelliger dan de grote winkelstraat. El Campanario bestaat uit kleine steegjes en fijne pleintjes met winkeltjes en kleine tavernes, wie geen kaart bij de hand heeft moet gewoon richting het gele torentje met klokken lopen dat zich ten zuiden van de stad bevindt. Het kwik is intussen gestegen naar bijna 25°. Tussen de siesta en het avondeten maak ik gebruik van de vele kapsalons om me een zomercoupe te laten aanmeten en kuieren we rond in het noorden van de stad, weg van de toeristische plekjes tussen de lokale bevolking. Altijd fijn om ook eens te zien waar de lokale bevolking woont, soberder dan in de toeristische straten, maar zeker niet minder mooi, opvallend toch dat ondanks de droogte er zoveel mensen proberen er een kleurrijke tuin van te maken tussen de palmbomen.

 

Donderdag 23/02/2017

De brainstorm aan het ontbijt levert vandaag een tocht naar de westkust op, met lijnbus nummer 8 kan je elk uur vanuit Corralejo via Villaverde, La Oliva en Lajares richting El Cotillo, allemaal dorpjes die we vooraf hadden aangestipt als bezienswaardig. De reisgidsen bestempelen het openbaar vervoer als degelijk, maar raden aan toch tijdig aan de bushalte te zijn, wij dus ruim 10 minuten te vroeg aan de bushalte, vreemd genoeg staat op de uurregeling enkel dat er elk uur een bus vertrekt in Corralejo en eentje in El Cotillo, voor de bushaltes tussenin moet je dus een beetje gokken wanneer de bus zal aankomen. We zijn niet alleen aan de bushalte en hadden al snel door dat het een wel heel grote bus zal moeten zijn als iedereen erop zou kunnen, op de koop toe zat de bus bij aankomst al voor meer dan de helft vol. Rechtstaan is op Fuertaventura geen optie, alle stoelen bezet, dan gaan de deuren toe en moet je een uur wachten. Tijd voor plan B dus, wij helemaal naar het noorden van de stad om net op tijd de boot van 12uur te halen om een overtocht te maken naar Islote de Lobos, Islote verwijst naar een onbewoond eiland. De overtocht op de golven van de oceaan door de 2km brede zeestraat El Rio zorgt voor wat deining en de nodige scheve foto’s, maar het uitzicht vanop de boot is prachtig. Het eiland ten noordoosten van Fuertaventura is volledig beschermd als natuurgebied, het is dan ook maar 4,5km² groot. De naam Lobos is afgeleid van Lobo Marino, de mediterrane monniksrob, die door de vissers als concurrent werd aanzien en massaal werd uitgeroeid zodat er sinds het einde van de 19de eeuw geen meer te vinden zijn. Het eiland is voorzien van mooie wandelpaden. Starten doen we aan de enige nederzetting op het eiland El Puerito, helemaal onbewoond is Lobos niet, maar meer dan 4 inwoners telt het niet. We wandelen via de oostzijde van het eiland richting de Faro de Martino, onderweg zoeken we een leuk plaatsje uit voor onze pick-nic, rijstwafels, geitenkaas en een fantastisch zicht. Vanop de Faro de Martino, een vuurtoren gebouwd in 1863, heb je een mooi zicht op Lobos, bij helder weer heb je hier ook een mooi zicht op de zuidelijke punt van Lanzarote, dat vandaag echter in de mist ligt. De terugweg naar het zuiden van het eiland loopt over de GR131, het GR-pad dat ook heel Fuerteventura doorkruist. Halverwege de terugweg is het tijd om de Montana de la Caldera te beklimmen, een korte klim in het gezelschap van tal van hagedissen met boven een prachtig zicht over 3 eilanden, Lobos, Fuerteventura en Lanzarote. Na wat na te genieten op het strand met zicht op de oceaan nemen we de laatste boot, die van 17uur, terug naar Corralejo, wie deze mist moet noodgedwongen een nachtje op Lobos blijven. Met zicht op de haven van Corralejo genieten we nog na met een Paëlla en sardientjes in de Bar La Lonja, een gemoedelijke sfeer en een leuke mengeling van toeristen en lokale bevolking, een aanrader.

Vrijdag 24/02/2017

Vandaag zullen ze ons niet liggen hebben, we willen en zullen richting El Cotillo gaan met de bus. Na het ontbijt stappen we dan ook naar het Estacion de Autobuses in het noordwesten van Corralejo, vanaf de meeste hotels iets verder gelegen dan de bushaltes langsheen de grote weg, maar zeker een tip om mee te nemen als je vanuit Corralejo met de bus wil reizen. We kunnen een lege bus opstappen. De rit van ongeveer 45 minuten biedt ons mooie landschappen. Vanuit Corralejo rijden we eerst zuidwaarts via Villaverde naar La Oliva om dan opnieuw noordwaarts te rijden langsheen het natuurmonument Malpais de la Arena, een lavaslakkenveld. Via Lajares rijden we naar de westkust en El Cotillo, een oud vissersdorpje met oude exporthaven met een natuurlijke havenbaai. Voor we een wandeling maken langsheen de haven en de kustlijn bezoeken we de wachttoren Torre de El Toston, de toren werd in 1740 gebouwd in donkere lavasteen bovenop de ruines van het voormalige Castillo de Rico Roque, een 15de eeuws fort opgericht door de Normandische veroveraars, de toren doet tevens dienst als tentoonstellingsruimte voor jonge kunstenaars. Nadien wandelen we via de moderne haven naar de oude haven en het strand met steile rotskust. Het is fijn kuieren in de oude dorpskern met doolhofachtige trapstraatjes en tal van restaurantjes, bij de lunch krijgen we livemuziek. In de namiddag stoppen we op de terugweg in La Olivia, een middelgrote stad met veel historische gebouwen uit de periode 1708-1859 toen de militaire leider van het eiland er woonde. We bezoeken eerst de prachtige 17de en 18de eeuwse 3-schepige parochiekerk Nuestra Senhora de Candelaria met kalkwitte gevels, zwarte klokkentoren van lavasteen en een portaal in natuursteen. Nadien wandelen we naar de Casa del Capellan, een mooi 200 jaar oud gebouw dat wel dringend aan restauratie toe is. Als ze het toerisme willen promoten zullen ze in de toekomst toch wel meer zorg moeten dragen voor het verleden van het eiland, wat toeristische informatie en vooral een grote opkuis, want rond het gebouw leek het wel een stortplaats. We wandelen door naar de Casa de los Coronoles, het grootste landhuis van de Canarische eilanden dat dateert uit de 17de eeuw. Rond het herenhuis staan nog ruines van vermoedelijk oude werkmanshuisjes, schuren, …. Het herenhuis is gerestaureerd, maar de buitengevel is niet super spectaculair, maar laat je er zeker niet door afschrikken om naar binnen te gaan, aan de binnenzijde is het een prachtig gebouw, met leuke binnenkoer en een heel interessante tentoonstelling over de geschiedenis van Fuerteventura. Op de terugweg opnieuw een overvolle bus, maar voor lokale bevolking maakt de buschauffeur duidelijk een uitzondering, zij mogen rechtstaan of op de trapjes zitten, pijnlijk aan te voelen dat je als toerist als ‘meer’ wordt beschouwd dan als lokale bewoner.

Zaterdag 25/02/2017

Vandaag wordt het een sportieve dag. Na een rijk gevuld ontbijt is het tijd voor een dagwandeling richting Lajares. Ik wandel vanuit Corralejo via de GR 131 naar het vulkaanpad op de Bayuyo. De moeilijkste opgave is om de start van het pad te vinden, best neem je de Aveneda Juan Carlos I richting het busstation waar je iets voorbij de kruising met de Calle Carabela net voor de school een bordje met de GR-aanduiding kan terugvinden. Het grindpad wordt snel smaller en vergeet zeker niet achterom te kijken want het eerste deel heb je een prachtig zicht op Lobos en Lanzarote. Na een driekwartier stappen bereik ik de Caldera Montana San Rafael aan de voet van de Bayuyo. Een mooie vulkaankrater waar je zeker even halt moet houden, na even van de rust te genieten komen van alle kanten grondeekhoorns naar je toe, tijd voor een fotoshoot. De diertjes zijn helemaal niet schuw en lijken wel verliefd te zijn op mijn wandelschoenen. Een eerste zalig me-moment. De tocht gaat verder naar de top van de Bayuyo, het wegje naar de top is vanop het GR-pad nauwelijks te zien, goed opletten als je een infobord aan de rechter zijde ziet met daarop de namen van de omliggende vulkanen, want het wegje ligt aan de overzijde zo’n 30 meter voor dit bord. De klim is aanvankelijk vrij steil, maar duurt niet zo lang, een kwartier later sta je boven te genieten van een fantastisch zicht, zeker als je het geluk hebt om helemaal alleen boven te zijn, een nieuw genietmoment en een zalige plekje voor een fruitstop. Een half uurtje later komt er ook een Italiaan op de top, na een Engels/Italiaanse conversatie maken we foto’s van elkaar en nemen we afscheid. Normaal loopt er ook een pad aan de andere zijde opnieuw richting de GR-131, maar omdat het pad niet echt te vinden is besluit ik dezelfde weg weer af te dalen. Nadien wandel ik richting Lajares om op de splitsing met het FV-2 wandelpad af te slaan naar de Calderon Hondo via een met lavastenen geplaveide weg. Amper 8000 jaar oud, de jongste vulkaan op het eiland, met een licht roodachtig gekleurde krater. Ook hier spelende grondeekhoorns. Niet hetzelfde gevoel als op de Bayuyo door de aanwezigheid van andere toeristen, deze plek wordt dan ook in veel reisgidsen aangehaald. Bij de afdaling stap ik nog even door naar een gerestaureerd herdersverblijf in lavasteen voordat ik de afdaling naar Lajares aanvat. Een hartje in steen tijdens de afdaling nodigt me uit om de laatste rijstwafels met geitenkaas te eten en nog een laatste keer te genieten van het prachtige vulkaanlandschap voor ik verder stap naar de bewoonde wereld. Na een kort bezoek aan Lajares en de mannelijke en vrouwelijke windmolen ‘molino en molina’, stap ik op de bus richting Corralejo met eerst nog een korte stop in Villaverde.

Zondag 26/02/2017

Vandaag trekken we er met de auto op uit, de ideale manier om het centrum van het eiland te verkennen. We rijden vanuit Corallejo zuidwaarts langsheen de kustlijn tot net voorbij Parque Holandés waar we de FV-1 verlaten voor de FV-102 richting Caldereta. Het landschap verandert snel, het zand wordt geruild voor groen. Iets verderop maken we een stop in Vallebron ter hoogte van het natuurpark Païsaje Protegido de Vallebron. De regio tussen de oude ambachtliedendorpjes Villaverde en Vallebron is in het voorjaar de groene oase van het eiland. Hier heb je nog een mooi beeld hoe vroeger een heel deel van het eiland er moet uitgezien hebben met landbouw op terrassen, een hele verademing na het vulkanische landschap van de voorbije dagen, een prachtig zicht heb je aan de mirador van Vallebron van waaraf je ook mooi de mythische montana Tindaya kan zien. We rijden nadien dan ook door naar Tindaya, een oud nederzettingsgebied van de canariërs vooral gekend voor de heilige berg waar rotstekeningen van oude bewoners van het eiland ontdekt zijn, boven op de berg bevindt zich een magisch teken van de oorspronkelijke bewoners, honderd in de rots uitgehouwen voetafdrukken. De berg kan je alleen beklimmen met een vergunning, maar een stop in het gezellige dorpje is zeker de moeite waard. Net als in vele andere dorpjes kan je er een leuk klein kerkje terugvinden met een gezellig plein omzoomt door palmbomen. We verlaten Tindaya en vervolgen onze weg via de FV-207 naar Téfia, dit dorpje wordt weleens een spookdorp genoemd omdat het zo goed als verlaten is. Met steun van de EU werd het omgetoverd tot openluchtmuseum, Ecomuseo La Alcogida, met traditionele lemen huizen en boerderijen ingericht zoals vroeger. Het informatiecentrum en de huisjes zijn gesloten op zondag en maandag, maar het wandelpad langsheen de huizen is vrij toegankelijk. Het is inmiddels al een tijdje de middag gepasseerd, maar toch besluiten we nog wat zuidelijker te rijden richting Betancuria, de eerste hoofdstad van het eiland. Voor we op verkenning trekken is het lunchtijd in de Casa Princess Armina, in een 15de eeuws huis achter de kerk en met als specialiteit traditionele bereidingen met geit. Het is bovendien erg gezellig vertoeven op de binnenkoer. Na de late lunch verkennen we Betancuria, Toen Béthencourt Fuerteventura veroverde werd de stad de eerste hoofdstad van het eiland. Eén van de mooiste gebouwen is de in de 17de eeuw heropgebouwde Catedral de Santa Maria die rijkelijk versierd is. Rondom het plein aan de kerk staan mooie oude stadspaleizen. Andere bezienswaardigheden: de Convento Franciscana se San Buenaventura (ruines van een 15de eeuws klooster en kerk), Museo de Arte Sacre in een 18de eeuws herenhuis, Museo de Betancuria in het voormalige adellijk paleis en de 15de eeuwse Capilla San Diego de Alcala. De voormalige hoofdstad telt nu nog amper 600 inwoners en op zondag is het er bijzonder kalm. Op de terugweg maken we nog een stop aan de mirador de Morro Velosa, net ten noorden van Betancuria, vanwaar je een werkelijk prachtig zicht hebt op het hele centrale deel van het eiland, tijd voor een fotoshoot. De zon is inmiddels aan het zakken en het is tijd om terug richting het noorden te rijden. We rijden richting Antigua, het middelpunt van Fuerteventura met witte huizen in het midden van rood akkerland en tal van gerestaureerde molens. Van hieruit rijden we noordwaarts op de FV-20 langsheen Ampuyenta en Casillas del Angel om nadien links tussen 2 bergketens te rijden in de richting van Tetir waar we via de FV-10 over La Olivia weer richting Corallejo rijden.

Maandag 27/02/2017

De laatste volledige dag in Fuerteventura. De dag start met een wandeling in het Parque Natural de Corallejo. Toch wel een beetje een vreemd gevoel, want je moet al serieus ver de duinen in wandelen om niet het lawaai van auto’s op de hoofdweg te horen, toch zo geen slecht idee dus om de hoofdweg te verplaatsen rond het beschermde gedeelte met de wind de vaak van over de oceaan komt en zo het lawaai over de duinen blaast. We zullen binnen een paar jaar nog eens moeten terugkeren als het project gerealiseerd is. Nog een raar gevoel als je noordwaarts kijkt en er onafgewerkte hotels ziet verrijzen boven de duinen, een gevolg van de bouwstop in de toeristische sector en dan zijn er zoveel mensen op zoek naar een dak boven hun hoofd. Voor het overige wel een prachtig zicht om je heen en ik kan best geloven dat als je er elke dag in zou gaan wandelen je elke dag een ander duinenlandschap ziet. Nadien verder wandelen richting het noorden en even daar de kustlijn gaan afstappen, van hieruit kan je ook stappen tot in El Cotillo. Hier bevindt zich ook een ‘fabriek’ met 2 windmolens, de Suministros de Agua La Oliva, blijkbaar een bedrijf gespecialiseerd in alternatieve energie. De namiddag wordt een rustige namiddag aan de waterkant, nog één keer genieten van het rustgevende gevoel van het kabbelende water dat tegen de rotsen klotst.

Dinsdag 28/02/2017

De laatste dag wordt een volledige reisdag. Reeds om 9 uur komt het busje van Viajes Urbis ons oppikken om richting de luchthaven te rijden. Een laatste keer genieten van de kustlijn en de duinen voordat we ruim 3 uur voor onze vlucht aankomen op de luchthaven, voordeel van het goede klimaat is wel dat je buiten op een terras kan wachten totdat je je bagage kan inchecken. Nadien nog een wandeling op de luchthaven, jaja, net iets minder beveiliging dan in Brussel, zodat je op de parking ongestoord kan rondwandelen en nog wat kan genieten van de bloemen en planten die er weelderig groeien. De security check lijkt eerder op een kleedruimte, het minste dat zou kunnen piepen moet je uitdoen, bijna een afgevallen broek, maar voor het eerst sinds lang krijg ik geen rood licht te zien. Om 13u20 vervoegen we dan de reizigers die vanuit Lanzarote zijn vertrokken voor de terugvlucht richting Brussel die we starten met nog een prachtig zicht over de Canarische eilanden.

 

Tot slot nog een woord van dank aan mijn reispartner Marieke, bedankt voor het initiatief voor deze reis en de fijne reis- en levenservaring. Binnenkort eens naar het zuiden van Fuerteventura.

 

Fotoreportage: https://photos.google.com/share/AF1QipO-LlDd7XUqo3PwYLtO-AbN2FwY_OFxW_2qnI6eEiUnmMJIUDInr7tVq9agaT7FaQ?key=WEV1a1VvaFJRTnBwVE4xaEpTVm14WDFhcmM3dmlR

 

Theodotrail Thieusies 18/02/2017

Het werd stilaan tijd om nog eens te gaan trailen dacht ik bij mezelf. Vandaag dus richting Thieusies (Zinnik ) voor de 2de editie van de Theodotrail, een organisatie van de sympathieke loopclub Theodo Tempo. Vorig jaar een vlekkeloze eerste editie en dit jaar zou niet anders worden. Ik start op de 27,6km, ondanks de bijna 400 hoogtemeters geconcentreerd op een paar technische stukken een al bij al goed beloopbare trail. Om 9uur mogen eerst de deelnemers aan de 40km van start, een kwartiertje later is het aan ons. Mistig en een graad of 5 bij de start, maar het zonnetje deed aardige pogingen om door te breken. De start is anders dan vorig jaar, nauwelijks een stukje asfalt en dan meteen het Parc du Château in, een privépark, eigenlijk een 18de eeuwse boerderij, dat voor de gelegenheid voor de trailers werd opengesteld, net als nog een aantal andere stukken op het parcours door particulieren werden opengesteld, altijd leuk om zo nieuwe plekjes te ontdekken. Het gras oversteken en bij het buitenlopen van het park zitten we meteen tussen de velden. Ik pik aan bij Nicolaas, bijna traditiegetrouw zou ik zeggen, we lopen dan ook aan het begin van een trail nagenoeg hetzelfde tempo, altijd fijn om kunnen bij te kletsen en nieuwe tips op te steken van hem. De eerste anderhalve kilometer gaat in stijgende lijn, nadien gaat het tussen de velden voornamelijk bergafwaarts richting de eerste technische strook in de vallei van de Ruisseau des Rivaux, een waterloop die Soignies doorkruist en die we aan het begin van de eerste single track moeten oversteken, 25 minuten ver en ik zit met natte voeten. Een heel fijne single track in het bos langs de beek die we nog 2 maal moeten oversteken, telkens met nog nattere voeten tot gevolg, het ontluiken van de eerste sneeuwklokjes die massaal aanwezig zijn in het bos doen de natte voeten snel vergeten. We verlaten het eerste stukje bos, maar na een korte asfaltklim duiken we alweer het bos in met eerst een stevige afdaling en dan rond kilometer 7 een eerste serieuze helling in het bos ‘Les Roquettes’ en nadien door het bois de la Vignette. Na een serieuze afdaling bereiken we het dorpje Saint-Denis om via een klim langsheen de abdij van Saint-Denis en ‘le moulin des monies’ met zijn 16de eeuwse barrage, de vijvers aan de abdij te bereiken, een heel mooi stuk waar de zon mooi weerkaatst op het water. De oudste delen van de abdij dateren trouwens reeds van het einde van de 11de eeuw. Nadien opnieuw een stuk door het bos, in het bois de Aulnois flirten we nog steeds met de grens tussen Soignies en de Henegouwse hoofdstad Mons, waar Saint-Denis een deelgemeente van is. Voor we het bos verlaten nog een stevige klim en net na de splitsing van de 17km en de 27km een welgekome bevoorrading na 1u40 lopen. Nicolaas en ik lopen intussen nog steeds samen. Na de bevoorrading een stukje door het veld en dan lopen we een hele tijd langsheen de autosnelweg E19, een single track langsheen het talud van de snelweg. Na 2u15 lopen moet ik Nicolaas laten gaan op het talud van de snelweg, beetje een raar zicht lopen met onder jou de voorbijrazende auto’s. Vanaf kilometer 22 gaat het tot de finish in stijgende lijn, eerst een hele lange klim naar het dorpje Gottignies om nadien tussen de velden verder te stijgen naar Thieusies. Voor we de aankomst bereiken mogen we nog door het privépark de la baille rouge, een prachtig park met kasteel uit 1905. In het park moeten ergens 2 mamoetbomen staan, maar de vermoeidheid was toen al te groot om deze nog op te merken. Nog een klein stukje langsheen ‘le mur noir’ die volgens mij eerder rood is en dan bereik ik de finish. Ik had graag onder de 3 uur gebleven, maar ben met 3u01’30’’ best tevreden over mijn eerste wedstrijd van het seizoen. Nummer 2 zal de Urban Run in Sint-Genesius-Rode worden.

Manneken Pis Trail Geraardsbergen 27/08/2016

Voor de 2de keer in mijn loopbaan stond ik aan de start van de Manneke Pis Trail in Geraardsbergen, ik liep ook reeds de eerste editie in 2013. Ten opzichte van toen bevindt het traildorp zich op een andere plaats, namelijk het openluchtzwembad Den Bleek. De Manneken Pis trail is genoemd naar het standbeeld aan de voet van het stadhuis, het Mannenken Pis en die volgens de inwoners veel ouder is dan het manneke van Brussel. De start wordt dan ook gegeven aan de beroemdste inwoner van de stad. Om 10u00 moeten alle deelnemers aan de 15km, 25km en teamtrail dus eerst in groep als opwarming van aan het zwembad naar de markt waar de start gegeven werd door de belleman. Na de start meteen een kuitenbijter in het centrum, leuk dat we eerst een toertje maken door de smalle bochtige straten en steegjes om dan via de Vesten richting Dender te lopen. De eerste echte klim is de muur van Geraardsbergen. De muur bedwingen we niet via de kasseien, maar via een wegje en een bosje beklimmen we de Oudenberg, zoals de flank waar tegenaan de stad werd gebouwd eigenlijk noemt. Deze legendarische wielerhelling werd vandaag ook door tal van wielertoeristen beklommen. Eens de top bereikt mogen we weer helemaal naar beneden, de bospaden worden opgevolgd door veldwegen en nadien een stuk asfalt. Na een dik half uur lopen draaien de deelnemers aan de 15km links af, wij lopen rechtdoor richting de Hazendans, een klim die 600m lang is en eigenlijk een uitgeholde veldweg in gras is, die toch wel vrij steil is en er erg oneffen bijligt. Het is inmiddels erg warm en het is dus weer goed nadenken om regelmatig te drinken, de pet op te zetten in de zon en in de schaduw ze weer afzetten om toch iets of wat af te koelen. Boven lopen we het raspaillebos in richting de bosberg die we 2 maal moeten beklimmen, een eerste keer beklimmen we hem in het bos met rechts van ons de kasseien van wat ooit de laatste klim uit de Ronde Van Vlaanderen was. Nadien dalen we af in het bos om de Bosberg een 2de maal te beklimmen. Met de 2de beklimming van de Bosberg zit het zwaarste erop, geen beklimmingen meer, maar wel nog een aantal technische stroken in de velden en op gras en zelfs een aantal modderstroken. We lopen ook een stuk door recreatiedomein De Gavers, het provinciaal domein van Oost-Vlaanderen, waar ik de schaduw van de bomen opzoek. We verlaten het domein aan de jeugdherberg van Geraardsbergen en we steken de Dender over richting Schendelbeke. We doorkruisen nog het landgoed van één of andere baron en trekken via de Dender weer richting het zwembad. Een heel mooi parcours, ik blijf het jammer vinden dat de muur op het einde niet een 2de maal moet beklommen worden, maar met de hitte van vandaag had dat er misschien over geweest. Een pluim voor de organisatie die voor extra bevoorradingen heeft gezorgd, niets aan te merken op deze ACG-organisatie. 25km en 320 hoogtemeters in 2u49, met het warme weer ben ik daar erg tevreden mee al was het toch wel afzien.

Jogging de la Hêtraie – Silly

Gisteren richting Silly voor de jogging de la Hêtraie, een vrij zware wedstrijd over 20km. Opzullik, zoals Silly in het Nederlands wordt vertaald, bevindt zich in Henegouwen net over de taalgrens. Het begint bijna een jaarlijkse gewoonte te worden dat ik in Silly aan de start sta, het is dan ook een erg gevarieerde omloop, eentje zoals ik het graag heb. Amper 19 deelnemers voor de lange afstand, de andere 160 kiezen voor de 5 en 10km, daar zal het zware parcours wel iets mee te maken hebben. In vergelijking met de vorige jaren is het parcours lichtjes gewijzigd, geen passage meer door het centrum van Silly, waar het de voorbije jaren door de rommelmarkt steeds drukker werd. Na een kort vlak stuk is het meteen stevig klimmen in de richting van de watertoren en de N57, de steenweg naar Ghislenghien waar we links afslaan. Even verder slaan de deelnemers van de 5km links af het bos in, de rest loopt nog een eindje langsheen de gewestweg om dan ook het bos in te duiken. Ik loop in een groep met voornamelijk deelnemers aan de 10km. In het bos eerst een technische afdaling om dan weer te klimmen richting 1ste bevoorrading, met 4 bevoorradingen per ronde is deze organisatie toch wel een uitblinker. Na de bevoorrading terug afdalen om dan rechts af te slaan. In de afdaling laat ik de snellere 10km-lopers gaan. Nadien weer een golvend stuk in het bos. Bij het verlaten van het bos aan kilometer 6 merk ik links iets wat op een slang leek, zou dit een adder kunnen zijn? Bij het buitenlopen van het bos lopen we boven op een plateau en hebben we een prachtig zicht op Silly en omgeving. Na een lange afdaling in asfalt is het opnieuw klimmen geblazen tussen kilometer 7 en 8. Bij kilometer 8 even plaats maken voor een overstekende egel voordat we even kunnen uitblazen op een relatief plat stuk. Na een volgende helling slaan de deelnemers aan de 10km net voorbij kilometer 9 rechts af, ik naar links voor een 2de ronde die ik helemaal alleen zal moeten lopen. Niet dat ik daar mee inzit, een zalig parcours om te genieten van de omgeving. In het bos is het tijdens de 2de ronde al serieus aan het schemeren, de beestjes lijken allemaal al te slapen. Nadat het 2de rondje is bedwongen mogen we als toemaatje nog eens klimmen richting de N57 om dan via een veldwegje naar de aankomst te lopen. Ik behaal de 10de plaats in net 1u40 en nog belangrijker, met opnieuw een goed loopgevoel. De knieën werkten al veel minder tegen, het parcours was dan ook wel meer afwisselend en ik koos voor de trailschoenen. Na de aankomst nog de gloednieuwe Tripel Swaf van de plaatselijke brasserie de Silly geproefd en goed bevonden en met de organisators van de jogging van Bierghes nog wat blijven hangen tot een coverband het onmogelijk maakte om nog langer te babbelen. Op Franstalige rocktonen verlieten we de Fancy Fair in Silly.