inchecken

werkw.
Uitspraak:  ['ɪntʃɛkə(n)]
Afbreekpatroon:  in·chec·ken
Vervoegingen:  checkte in (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft ingecheckt (volt.deelw.)

je melden aan de balie van een hotel of vliegmaatschappij voor een kamer of vlucht die je hebt gereserveerd
Voorbeelden:  `uiterlijk twee uur voor vertrek inchecken op het vliegveld`,
`We hebben meteen ingecheckt aan de receptie van het hotel.`
Antoniem:  uitchecken

© Kernerman Dictionaries.

4 definities op Encyclo
  • Zich melden aan een balie om voor het vertrek per vliegtuig of schip het ticket te tonen en de instapkaart in ontvangst te nemen en eventueel de bagage af te geven. Ook z...
  • Zodra de gast bij het hotel is aangekomen moet hij inchecken. Inchecken is vergelijkbaar met het aanmelden en aankondigingen dat hij is gearriveerd.
  • • [ov] zich aanmelden aan een balie om een instapkaart te krijgen en eventueel bagage af te geven, voor vertrek met een vliegtuig of schip.
  • 1) Zich melden voor vertrek 2) Zich bij de balie melden
  • Toon uitgebreidere definities

    Herkomst volgens etymologiebank.nl
    inchecken (zich melden voor een reis of overnachting)

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat is de verleden tijd van inchecken?
    De verleden tijd van inchecken is 'checkte in'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ingecheckt'.
    Wat betekent inchecken?
    'je melden aan de balie van een hotel of vliegmaatschappij voor een kamer of vlucht die je hebt gereserveerd'
    Hoe spel je inchecken?
    inchecken spel je I N C H E C K E N