vigeren

werkw.
Uitspraak:  [vi'xerə(n)]
Afbreekpatroon:  vi·ge·ren
Vervoegingen:  vigeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gevigeerd (volt.deelw.)

van toepassing zijn
Voorbeelden:  `vigerende wetgeving`,
`Binnen dit gebied vigeren deze bestemmingsplannen.`
Synoniemen:  gelden (1), van kracht zijn

© Kernerman Dictionaries.

Synoniemen
gelden   

4 definities op Encyclo
  • Geldig zijn op dat moment
  • 1) Gelden 2) Van kracht zijn
  • gelden Jaar van herkomst: 1553 (WNT )
  • van kracht zijn; gelden
  • Toon uitgebreidere definities

    Deze woorden beginnen met vigeren:
    vigerendvigerendevigerende spellingvigerende versie

    Deze woorden eindigen op vigeren:
    navigerendivigerenconvigeren

    Herkomst volgens etymologiebank.nl
    vigeren (gelden)

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat is de verleden tijd van vigeren?
    De verleden tijd van vigeren is 'vigeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gevigeerd'.
    Wat betekent vigeren?
    'van toepassing zijn'
    Hoe spel je vigeren?
    vigeren spel je V I G E R E N
    Wat is een ander woord voor vigeren?
    Een ander woord vigeren is gelden.