liggen
werkw.
Uitspraak: | [ˈlɪxə(n)] |
Afbreekpatroon: | lig·gen |
Vervoegingen: | lag (verl.tijd enkelv.) |
Vervoegingen: | heeft gelegen (volt.deelw.) |
1) horizontaal op een vlak rusten Voorbeelden: | `op bed gaan liggen`, `Mijn bril ligt op tafel.` | |
er duimendik bovenop liggen | (volstrekt duidelijk zijn) |
2) in genoemde positie of toestand zijn Voorbeelden: | `Die kostbare ring ligt zo maar voor het grijpen.`, `op schema liggen` | |
voor de hand liggen | (vanzelfsprekend zijn) |
eruit liggen | (niet meer gewaardeerd worden) |
eruit liggen | (niet meer mogen meedoen aan een wedstrijd omdat je verloren hebt) |
3) overeenkomen met je interesse of aard Voorbeeld: | `Dat werk ligt me wel.` | |
Synoniemen: | passen bij, bevallen |
4) gaan liggen | ((van de wind) minder hard worden) |
©
Kernerman Dictionaries.
Synoniemen
begraven zijn lag lagen lig ligt rusten verblijf houden Spreekwoorden en zegswijzen
• zwaar op de maag
liggen (=iets een moeilijk probleem vinden)• waar de boom gevallen is, blijft hij
liggen (=gedane zaken nemen geen keer)• voor Pampus
liggen (=dronken of bewusteloos zijn)• samen onder een deken
liggen (=een gezamenlijk standpunt innemen)• overhoop
liggen (=ruzie met elkaar hebben)Toon alle 21 spreekwoorden die liggen bevatten4 definities op Encyclo
• [inerg] zich horizontaal in toestand van rust gelegd hebben. • [erga] op een bepaalde plaats bevinden. • [auxl] "~ te": duratief hulpwerkwoord iets doen terwijl m... er zijn in uitgestrekte houding, horizontaal vb: moeten die flessen staan of liggen? hij ligt op sterven [hij sterft] 1) Als een last zijn 2) Bedekt zijn 3) Begraven zijn 4) Bestaan 5) Bezig zijn 6) Gelegen zijn 7) Gesteld zijn 8) In bed vertoeven 9) In bed zijn 10) In een zekere toestan... uitgestrekt zijn, zich bevinden Jaar van herkomst: 1100 (Willeram )
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met liggen:
•
liggen aan•
liggen bij•
liggen verschollen•
liggen wakker•
liggend•
liggend streepjeDeze woorden eindigen op liggen:
•
aanliggen•
achterliggen•
dwarsliggen•
kromliggen•
neerliggen•
openliggen•
overhoopliggen•
stilliggen•
voorliggen•
klaarliggen•
doodliggen•
vastliggen•
onderliggen•
links laten liggen•
gereedliggen•
platliggen•
overliggen•
braakliggen•
doorliggen•
bovenliggenHerkomst volgens etymologiebank.nl
liggen (zich in horizontale houding bevinden; zich bevinden)Taaladvies
- Is het Hij legt lekker in de zon of Hij ligt lekker in de zon? Zie Leggen / liggen
- Wordt deze samenstelling aaneen geschreven, of komt er een spatie tussen? Zie verafgelegen huis / veraf gelegen huis
- Hoe schrijf je het tweede woord in het kerstliedje `Hoe [leit] dit kindeken hier in de kou`: is het leidt, leit, lijdt of lijt? Zie Hoe leidt / leit / lijdt / lijt dit kindeken
Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van liggen?
De verleden tijd van liggen is 'lag'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gelegen'.
Wat betekent liggen?
'horizontaal op een vlak rusten' en 'in genoemde positie of toestand zijn' en 'overeenkomen met je interesse of aard' en ''
Hoe spel je liggen?
liggen spel je L I G G E N
Wat is een ander woord voor liggen?
Andere woorden voor liggen zijn begraven zijn, lag, lagen, lig, ligt, rusten en verblijf houden.