Japan: land van de rijzende aandelenbelangen

De Japanse premier Shinzo Abe© REUTERS

De Japanse beurs heeft er de voorbije jaren een dolle rit op zitten. Vincent Juvyns van JP Morgan bekijkt of het land nog potentieel heeft.

Vincent Juvyns

Sinds het dieptepunt in maart 2009 is de Nikkei 225 Index met 179% gestegen en bereikte in maart 2015 zijn hoogste niveau in vijftien jaar tijd. Deze stijging is grotendeels te danken aan het monetaire beleid van de Centrale Bank van Japan (BoJ) dat is gevoerd sinds Shinzo Abe aan de macht kwam. Het programma van kwantitatieve verruiming door de BoJ heeft geleid tot een zwakkere yen en lagere rentetarieven, waardoor de inkomsten en winsten van Japanse bedrijven werden opgestuwd (cf. grafiek).

Hoewel de BoJ zich de meest effectieve hefboom heeft getoond voor het beleid van Shinzo Abe, lijkt de centrale bank sinds kort een afwachtende positie te hebben ingenomen, zoals blijkt uit de stabilisatie van de yen. Op die manier blijft er manoeuvreerruimte over, die nodig kan zijn bij een eventuele economische neergang. Zonder nieuwe monetaire beleidsmaatregelen op korte termijn, rijst de vraag echter: komt er een adempauze in de opwaartse cyclus van de Japanse markt?

Wij denken van niet. De Nikkei 225 lijkt niet meer afhankelijk van een zwakkere yen om terrein te winnen, want ondanks de stabilisatie van de Japanse munt dit jaar, is de Nikkei 225 al met 13% gestegen. Na Europa is Japan daarmee de best presterende aandelenmarkt. Wij verwachten dat de Japanse markt zal blijven groeien dankzij het gecombineerde effect van de aantrekkelijke waarderingen, de aanzienlijke kapitaalstromen en de verbeterende kerngegevens van Japanse bedrijven.

Wat betreft de waarderingen is het interessant om te zien dat de Japanse markt de enige ontwikkelde markt is waarvan de waardering onder het tienjarig gemiddelde ligt. Japanse aandelen worden momenteel verhandeld op een niveau van 15,2x de verwachte winst, terwijl dat de afgelopen jaren 16,1x was. De Japanse bedrijfswinsten over het vierde kwartaal van 2014 zorgden voor een positieve verrassing, want in 67% van de gevallen werden de verwachtingen van analisten overtroffen. Dat was in de laatste vijf jaar niet meer voorgekomen. Tegen deze achtergrond hebben analisten hun winstgroeivooruitzichten voor de Japanse markt inmiddels opwaarts bijgesteld. Hun verwachting is nu een groei van de winst per aandeel van 13,6% voor 2015.

De kapitaalstromen zouden ook steun moeten bieden aan de Japanse markt. Zo is het gewicht van Japanse aandelen in het strategische belang van het Government Pension and Investment Fund (het GPIF), het grootste pensioenfonds ter wereld, vorig jaar gestegen van 12% naar 25%. Om te voldoen aan dit nieuwe mandaat zal het GPIF in 2015 voor 59 miljard dollar moeten beleggen in Japanse aandelen. Bovenop deze investering komen nog beleggingen ter hoogte van 26 miljard dollar door de BoJ. In totaal wordt dit jaar zo bijna 85 miljard dollar belegd in de Japanse markt, wat neerkomt op circa 2% van de marktkapitalisatie van de Nikkei 225. Verder is het zeer waarschijnlijk dat de voorbeelden van het GPIF en de BoJ zullen worden gevolgd door de rest van de pensioenfondsindustrie en de Japanse verzekeraars. Zij hebben relatief nog weinig belegd in hun thuismarkt en zijn goed voor in totaal 4800 miljard dollar aan activa.

Het is belangrijk om te beseffen dat de beleggingen door het GPIF en de BoJ vooral gedaan zullen worden in een nieuwe index, de JPX Nikkei Index 400. Deze is samengesteld uit bedrijven die voldoen aan internationale normen op het gebied van bestuur en winstgevendheid. De Japanse regering hoopt dat de investeringen door het GPIF en de BoJ leiden tot veranderingen in Japanse bedrijven die hun fundamentele kerngegevens verbeteren en zo hun aantrekkelijkheid voor beleggers zullen vergroten. Het rendement op het eigen vermogen van Japanse bedrijven is lager dan 10%, terwijl de Amerikaanse en Europese markten dubbele cijfers laten zien.

Concluderend erkennen we dat Japan op korte en lange termijn nog steeds veel economische en demografische uitdagingen kent, maar wij denken dat het drieluik “aantrekkelijke waarderingen, kapitaalstromen en verbeterende kerngegevens” de komende maanden steun zal bieden aan de Japanse markt. Bovendien profiteert de Japanse economie van alle ontwikkelde economieën het meeste van de daling van de olieprijs, aangezien de olie-invoer goed is voor 3,6% van het Japanse bruto binnenlands product.