maandag 6 september 2010

Voorbeeld van een leesautobiografie

Mijn Leesautobiografie



Laat me jullie even terug voeren in de tijd, naar het jaar 1997.
Het is 1 Januari en in de woonkamer van een huis in Aalst speelt zich iets wonderbaarlijks af.
Een klein, blond jongetje heeft zojuist zijn eerste nieuwjaarsbrief voorgelezen.
Er zouden er nog 11 volgen, maar dat wist hij op dat moment nog niet.
Maar wat hij wel ondervond was dat vanaf die dag alles anders was.
Mama en papa lazen niet langer voor hem voor, vanaf dan was het gedaan met plaatjes kijken.
Hoogstens eens samen lezen. Dus nam Kristofke, want zo heette dat jongetje, afscheid van zijn peuter-en kleuter idolen aangezien sprookjes voorlopig nog iets te moeilijk waren om te lezen.
Later slaagde hij er echter toch een beetje in deze band terug te herstellen, doordat hij elke maand twee Mini-Disney boekjes las. Toen hij ook deze boekjes begon te ontgroeien, legde hij zich elke maand twee maal toe op een disney-reisverhaal. Hierin gaan Pluto, Mickey, Mini of Goofy op reis en beleven ze niet alleen een bijzonder spannend avontuur, maar vertellen ze je ook iets over de gebruiken en legenden van het land waarin ze op reis zijn. Kristof vond dit prachtig want om één of andere reden las deze jongen graag alles uit verre streken of uit een zeer ver verleden. Ridders, mummy's, Romeinen en oermensen passeerden de revue. Hij las zelfs dingen uit de tijd dat de dieren nog konden spreken.Ook het eerste miniboekje rond Albert Einstein moest er in die tijd aan geloven.

Maar ach,langzaam maar zeker werd Kristofke, Kristof. En weer las Kristof andere boeken.
Het begon nog geleidelijk met het uitlezen van Jip&Janneke van Annie M.G. Schmidt.
Dit boek gaat over een buurjongen en buurmeisje die met elkaar allemaal hele kleine, leuke, avontuurtjes beleven. Deze boeken waren dan ook zeer gepast voor kinderen zoals Kristof, aangezien hij steeds in stukjes kon lezen. Maar op dit moment doet een ander personage zijn intrede in ons verhaal, een personage die deze leesautobiografie sterk zal beïnvloeden. R Carl is de 1-jaar jongere broer van Kristof en het grootste verschil tussen beide jongens was duidelijk dat terwijl Kristof graag las, Carl niks meer verfoeide. Niet zo erg, ware het niet dat Carl niet echt een jongetje was dat zichzelf kon bezighouden. Mede door Carl is Kristof er nooit in geslaagd alle boeken van Marc De Bel te lezen. Wel slaagde hij erin onder andere volgende boeken te lezen:Het ei van oom Trotter ,Nikki Nikkel , De zusjes Kriegel en Het web van de suikerspin. Na Marc De Bel beu te zijn geworden stortte Kristof zich op griezelverhalen. De Kippenvel, al dan niet Junior reeks, was hiervoor uitermate geschikt. Ook Grieselstate van Anthony Horowitz was een prachtig boek. D Kristof wordt nu echt groot en met de overstap naar het laatste jaar in de lagere school wordt lezen steeds meer iets voor op vakantie aangezien er thuis jammer genoeg zoveel andere zaken te doen zijn. Maar desondanks gebeurt in dit jaar toch ook veel positiefs, enkele zaken zullen zijn leeservaring voor eeuwig veranderen. Eerst en vooral krijgt hij zijn eerste Harry Potter boek onder handen, Harry Potter & de gevangene van Azkaban. Dit is het derde boek van de reeks en Kristof kreeg er toevallig een van de eerste drukken van in zijn handen.(Harry Potter was toen nog niet zo bekend) Na het uitlezen ervan was hij zo onder de indruk dat hij tijdens de volgende vakantie's ook het eerste en tweede boek las. Maar naast J.K. Rowling wisten twee andere auteurs indien mogelijk nog meer hun stempel te drukken op Kristof's leesautobiografie. Het waren Dirk Bracke en Hans Magnus Enzensberger. Beiden deden dit door intressegebieden van Kristof als uitgangspunt te kiezen in hun boek. Bracke ging uit van de geschiedenis in zijn boek 'Steen'. Hierin vertelt hij over het leven van Steen, een Neanderthaler die leefde tijdens de Ijstijd. Enzensberger slaagde erin wiskunde als uitgangspunt te kiezen in zijn geniale 'Telduivel'. In dit prachtig boek leert het jongetje Robert wiskunde door middel van een telduivel, een personage uit zijn dromen.

Wederom wil ik jullie meenemen in de tijd. Ik neem jullie mee naar 14 Januari 2001.
Ergens in een kinepoliszaal te Brussel, zou Kristofs leesautobiografie zijn definitieve ontwikkeling kennen. Na de film van Peter Jackson, 'The Lord of the Rings: The Fellowship of the Ring' te bekijken geraakte Kristof zo in de ban van de ring, dat hij ogenblikkelijk de boeken van Tolkien, waarop deze film is gebaseerd, begon te lezen om het einde van het verhaal te kennen. Op deze manier las hij 'De Twee Torens' en 'De Terugkeer van de Koning'. Hoewel hij na het lezen van deze toch wel zware boeken het einde van deze reeks had bereikt, was zijn honger naar fantasy nog niet gestild.
Deze honger werd en wordt nog steeds gestild door de geniale Raymond Elias Feist.
Zijn naam staat niet foutief toevallig vet gedrukt. Deze schrijver heeft tot nu toe de meest beklijvende indruk nagelaten op Kristof en zodoende speelt hij de meest belangrijke rol in deze leesautobiografie. Hij slaagt erin een geniale eigen fantasiewereld te creëren vol elfen, trollen, magiërs en mensen, en in deze wereld laat hij op een nog genialere manier avonturen plaatsvinden. Reeds drie jaar is Kristof een fan van deze auteur en langzaam aan probeert Kristof al zijn boeken (meer dan 20) te lezen. Deze boeken spelen zich dus (op één na) allemaal af in dezelfde wereld en de meeste zijn in verband te brengen met elkaar en chronologisch te rangschikken.
Laat me Kristof even verdedigen voor het feit dat hij fantasy prefereert boven de 'zwaardere' zogenaamde probleemliteratuur die vele van zijn leeftijdsgenoten intrigeert. Dit komt niet alleen omdat Kristof nog steeds geobsedeerd is door ridders , prinsessen, tovenaars en middeleeuwse questes. Of omdat hij nog steeds de realiteit en de dagelijkse problemen die deze meebrengt niet onder ogen wil zien. We vinden namelijk ook dagelijkse, 'kleinere' problemen terug in fantasy. Er zijn verlegen jonkers die dingen om de hand van een meisje en pubers die overhoop liggen met hun familie, vrienden en dikwijls ook met zichzelf. Maar in fantasy wordt dit alles overgoten met een saus van heldhaftigheid, moed, liefde en vooral een happy end, waarbij deze problemen vervagen bij een gevecht met een draak of de zegen van de Koningin. Zodoende helpt fantasy je, je eigen problemen te relativeren en in alles een positieve noot te vinden. Andere 'serieuze' auteurs smeren dergerlijke problemen vaak uit en laten zo kleine problemen soms fataal aflopen, zodoende je eraan herinnerend dat je nog dieper kunt zakken.

Ook de manier waarop Feist schrijft spreekt Kristof sterk aan. Hij weeft verschillende verhaallijnen in elkaar. Dit is ook de rode draad die door het einde van deze leesautobiografie loopt. Zo leest hij de laatste tijd bijvoorbeeld vaak Dan Brown (Da Vinci Code, Bernini Mysterie, De Delta Deceptie). Ondertussen heeft hij ook de 4 overige boeken van Harry Potter in het Engels uitgelezen. Deze auteurs slagen er net als Feist in verschillende verhaallijnen door elkaar te weven. J.K. Rowling slaagt er zelfs in dit door verschillende boeken heen te doen (net als Feist). Zelfs bij zijn boekkeuze weet Kristof verschillende boeken, genres en auteurs door elkaar te weven, maar ach, na het lezen van deze leesautobiografie moeten jullie dat toch al lang weten ?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten