Haak-pixie

Ik haakte nog eens een mutsje, met restjes wol die hier nog lagen. Ik haakte een nieuw steekje, losjes afgekeken bij ons huisleverancier van hoeden en mutsen. Haar ‘pukkeltjes’ lukten wat beter, ik moet daar nog eens raad over vragen. Ik gebruikte een steek die popcorn stitch werd genoemd en leerde dat hier. Kasper speelde weer van model en ik leerde inmiddels dat het bij het maken van foto’s helpt als je je kind voor een filmpje zet. Maar dan kijken ze je niet aan, natuurlijk, en kijken ze een beetje dommig: op alle foto’s hing Kasper’s mond open.

Pixie

Een pixiemutsje in deze versie is eigenlijk een makkie, zij maakte al eens een beschrijving. Mijn lapje was 35 x 16 cm groot, en het is wat groot voor een kersverse boreling, maar voor Kasper past het prima 🙂  Ik haakte nog een nekbandje er aan en zette dat vast met een mooi wijnrood bolletje dat op de foto hierboven helaas een beetje door een bol wangetje aan het zicht wordt onttrokken.

pixie

Sjaal (3)

Een thema beheerst deze weken, heeft u het door? Het zal wel iets te maken hebben met naderende koude en de wens om elk gezinslid met een warme nek de straat op te sturen. Toen ik begon aan mijn nieuwe baan begon ik ook aan een haakwerkje voor in de trein. Geïnspireerd door deze wiebelstrepen-deken bedacht ik van mooie alpaca wol die ik nog had liggen uit Denemarken een sjaal voor Lene die mooi bij haar nieuwe jas en regenlaarsjes zou passen.

SPIJT!!

Was me dat een monnikenwerk zeg! Een dunne naald, dunne wol en dan een sjaal haken. Je moet er wat geduld voor hebben en voor mij was dat een goede oefening, zullen we maar zeggen… Maar het resultaat is de moeite echt waard.

Rood-wit

 

Deze keer is de sjaal langer, zo’n 150 cm. Ruim voldoende om 3x om te slaan, of om de capuchon heen te wikkelen. Die doet Lene namelijk liefst meteen weer af (“ÁF! ÁFF!”), hopelijk barst ze niet in grote woede uit als we die sjaal erom wikkelen. De breedte is 16 cm.

Sjaal (2)

Het stond ook in het voorjaar al op het verlanglijstje: een bezoekje aan het stoffenspektakel. Maar toen kwam het er niet van, wegens dikke buik en daarna dikke baby. Gelukkig lukte het dit najaarsseizoen wel. En hoewel ik nog steeds spijt heb dat ik me niet te buiten ben gegaan aan een prachtige alpaca-vilt in een diepe tint oranje (met bijbehorend prijskaartje) heb ik toch een paar mooie stoffen op de kop getikt. Op weg naar huis griste ik nog snel een coupon mee voor een paar euro en daarvan maakte ik weer eens iets voor mezelf.

De stof is een soort voile van het stevige soort en valt heel soepel. Het model is een cirkelsjaal, in het Engels zo mooi een infinity scarf. De mosterd haalde ik hier en hier.

Sjaal (1)

Het is hier thuis een tijd van Grote Keuzes en hectiek. Die Keuzes nemen nogal wat energie in beslag en verder is het ‘gewoon’ druk. Ik haak en brei, maar snel gaat het niet. En de naaiplannen staan in de ijskast. Te weinig rust, hoogstens kan ik me tot wat verstelwerkjes zetten. Verstelwerk waar ik best trots op ben, maar niet echt blogbaar. Want hoe zet je de nieuwe zakken in de winterjas van je man op de foto? En trouwens: waaróm zou je ze op de foto zetten?? Precies.

Ik breide een sjaal voor Kasper, maar hij is wat te breed voor dat mannetje dat voorlopig geen nek heeft tussen zijn dikke wangen en bolle schouders 🙂 Ik breide eenvoudige ribbelsteek, met een boordsteek aan beide einden. De sjaal is 12 cm breed en dat hadden er ook wel 8 mogen zijn. En ietsje langer dan 1 meter had ook wel gemogen.

Geen nood, hij past net om een peuternekje en grote zus kon ook wel een sjaal gebruiken.

 

 

Pixiemuts

Ik ‘ben’ al een poos op pinterest – een zegen voor mensen met geheugenverlies en een vloek voor mensen met een dure smaak en een lichte neiging naar hebberigheid. Ik val in beide categorieën. Pinterest is een constante bron van inspiratie en er is tijd tekort om alles te maken. Toen ik vorige keer pixie-mutsjes (‘elfenmutsjes’) verzamelde toonde ik jullie ook deze.  Dit weekend gebruikte ik wat restjes wol en zette ik me eens aan zelfgemaakte variant van dat mutsje. Kasper speelt model – maar moet op dat vlak nog wel wat leren. Stilzitten bijvoorbeeld. Van 16 foto’s is dit de enige die (min of meer) scherp is.

Het is best een goed gelukt mutsje, hoewel ik het patroon nog ietsje ga aanpassen. Is er interesse voor? Eén ding laat ik jullie nu al zien: de achterkant. Het mutsje heeft geen naad, ik heb namelijk de steken aan elkaar gebreid.

 

Dat aan elkaar breien was dus echt een supergepriegel, maar het is het wel waard: je voelt en ziet er haast niets van, geen dikke bobbels tegen het babyhoofdje! In het Engels noemen ze dit de kitcheners stitch en ik zag het ooit… jawel: op pinterest.

Haak eens een poncho

Ik haakte eerder al verschillende baby- en kinderponcho’s. De baby poncho voor Lene heb ik destijds heel veel gebruikt. De kinderponcho voor het buurmeisje wordt bijna een jaar later nog steeds gedragen. Poncho’s zijn super handig én heel makkelijk om te haken. Deze weken haakte ik er twee, voor de leeftijdsgenootjes van Kasper en Lene, dochters van een lieve vriendin van me.   Ik heb de kleinste voor de baby al eerder afgegeven. Voor haar grote zus haakte ik een grotere maat in dezelfde kleuren, mét bloem.

Net als voor de vorige poncho’s gebruikte ik dit patroon als basis. Het is een symbolenpatroon, de meeste haaksters kennen dat wel. Maar ik kreeg een verzoek voor wat uitleg in het Nederlands. Hierbij mijn beschrijving:

  • Haak een ketting van 72 lossen voor een baby-maat (maat 56 t/m 74). Voor grotere maten maak je een langere ketting, als het aantal lossen maar een meervoud van 8 is. Voor maten, zie hieronder. Sluit de ketting met een halve vaste.
  • Dan wijk ik af van het patroon: ik haak een toer met 1 vaste in elke losse. Dit maakt de rand wat steviger. Eindig met een halve vaste in de eerste vaste van de toer.
  • Keer het werk, haak twee lossen (dit is je eerste stokje) en haak vervolgens 2 stokjes in de vasten van de vorige toer. Daarna haak je volgens het volgende patroon: *1 losse (sla een vaste van de vorige toer over), 3 stokjes in de 3 volgende vasten, 1 losse (weer een vaste overslaan) en daarna weer 3 stokjes*. Dit doe je tot het einde van de toer.
  • Keer het werk, haak twee lossen en vervolgens twee stokjes tussen de stokjes van de vorige toer in. Haak vervolgens telkens drie stokjes tussen de stokjes van de vorige toer in. Dit doe je tot op een kwart van de toer. Daar haak je drie stokjes, 1 losse en nog 3 stokjes in één ‘holletje’  van de vorige toer. Vervolg met 3 stokjes in elk holletje tot op driekwart van de toer. Daar haak je ook weer drie stokjes, 1 losse en nog 3 stokjes in één ‘holletje’  van de vorige toer. Deze meerderingen worden de voor en achterkant van de poncho. Waar je het werk keert loopt de ‘schoudernaad’.
  • Zo haak je in de volgende toeren bij elke meerdering twee schulpjes van 3 stokjes, verder haak je overal één schulpje van 3 stokjes, steeds met een losse ertussen. Ga verder tot de gewenste lengte. Zie daarvoor hieronder.
  • Ik eindig graag met een schulprand. Dat doe ik door tussen de schulpjes één vaste tussen de schulpjes van de vorige toer, haak daarna 1 losse, 1 half stokje in het 1e stokje, 2 stokjes in het 2e stokje, 1 halfstokje en 1 vaste in het 3e stokje en dan weer een vaste tussen de schulpjes tussen de vorige toer. Dat ziet er zo uit:

Ik heb al poncho’s gehaakt met een haaknaald maat 3,5 of maat 4,5. Er zijn twee maten waar je rekening mee moet houden als je een poncho haakt: de hoofdmaat die bepaalt met hoeveel lossen je begint en de lengte die bepaalt hoeveel toeren je moet haken. De hoofdmaat moet je misschien even meten: dat hangt teveel af van de wol, je haaknaald en het hoofd van het kind 🙂

Mijn hoofdmaten: Voor een baby haakte ik altijd 72 lossen (haaknaald 3,5 – 4,5), voor een peuter (maat 86-98) haakte ik 80 lossen (haaknaald 3,5-4,5) en voor een 3-jarige haakte ik 80 lossen met haaknaald 4,5, anders zou ik 88 lossen aanraden.

De lengtemaat meet ik over de schouder: Voor een baby haakte ik 27 centimeter, voor een peuter 40 centimeter en voor een 3-jarige haakte ik zo’n 55 centimeter. Heel precies luistert het niet, als je het een beetje ruim opzet kan je de poncho lang gebruiken!

Zo. Dat u het ook kan doen, hè? Veel succes!

Oh en ik haakte nog een bloem. Dat leer je bijvoorbeeld hier. Maar dat ga ik niet ook vertalen hè, u zoekt maar even naar een Nederlands patroontje…

Een vervoersmiddel, inderdaad

Linnepinn beschreef het al: voor elke hobby heb je zo je materiaal nodig. Mijn nieuwe baan komt met 2x twintig minuten treinen per dag. Twintig minuten! 2x! Wat je daarin allemaal wel niet kan doen…!! Als ik een zitplek kan bemachtigen wordt er gehaakt. Maar dat haakwerk moet wel deftig vervoerd kunnen worden en daar ontbrak het een beetje aan. Tasjes genoeg hoor, grote en kleine. Maar niet zo’n mooi middenmaatje.

En dus maakte ik uit een lap die ik had gekregen van mijn oud-collega’s een tasje waarmee ik nu naar de nieuwe collega’s reis. Met een klep van mijn favoriete stof van het moment: goudgeel met witte bolletjes. Ik heb daar speciaal nog een grotere lap van besteld voor een rok voor mezelf, maar aan zulke grote naaiprojecten kom ik even niet toe. Het tasje heeft een rits én een magneetsluiting, die ik zelf erg fancy vind. En het heeft een binnenvakje om de haaknaald en het schaartje niet kwijt te raken.

Ik tekende het patroontje zelf, de afmetingen zijn ongeveer 30 x 25 cm. De voering overwoog ik helemaal van geel met bolletjes te maken, maar dat vond ik zonde. Dus gebruikte ik het een knal-paars ruitje. Het is echt een blij tasje geworden en het voldoet volledig!

Mutsentijd

Ik was eens brutaal en kreeg toen een cadeau. Ik heb soms een engeltje op mijn schouder zitten, ik zeg het u. Inmiddels groeit Kasper er een langzaam in (dat is een leugen: de jongen groeit allesbehalve langzaam…). De muts is nog lekker ruim, maar buiten in een fris windje kon hij dat wel waarderen:

En natuurlijk, nu wilde de grote zus ook de muts wel op…

One size, fits all….

Geweldig schattig hè, die pixie-mutsjes. Ik heb voor u wat patronen verzameld: Jo Chapeau maakte die van ons volgens dit patroon (dat lijkt op dit patroon) en ook deze, volgens haar handleiding. Deze is ook gehaakt en lijkt daar erg op. Op Etsy zag ik ook deze, geen patroontje helaas, maar een ervaren breister kan hem vast namaken op het oog (of, ahum, kuch, er één kopen natuurlijk). Dit is ook een schattig gebreid patroon en voor grotere kinderen (of voor mezelf) vind ik deze heel leuk.

Ik ben nog een haakprojectje aan het afronden, maar daarna ga ik eens wat mutsjes produceren.

Wollige tip, iemand?

Bedankt voor jullie lieve berichten over de nieuwe uitdagingen en ook de nieuwe look van het blog! Over dat laatste ben ik nog niet helemaal tevreden, want de letters zijn een beetje van het formaat blinden en slechtzienden. In onze familie niet helemaal onterecht, maar toch. Wordt vervolgd…

In het kader van voorlopig-de-laatste-donderdagmiddag-vrij (en zon) waren Kasper en ik vanmiddag op de hei bij Blaricum. Daar zijn ook schapen. Hele lieve, bijzondere schapen. We liepen zomaar opeens midden tussen de bolletjes wol op poten. Deze twee op de voorgrond snuffelden aan Kaspers maxicosi toen ik hem even alleen had gelaten om een foto te maken.  Ze schrokken zich een hoedje toen hij opeens hard giechelde!

En nu we het toch over wol hebben… Vorig jaar kocht ik in Kopenhagen deze wol:

Het is echt héle mooie roomwitte wol van 30% zijde en 70% wol. Superzacht bovendien. Het moet gebreid worden met pennen 6-7 en ik heb 5 strengen van elk 140 meter. Maar….. ze zijn zo mooi dat ik er niet toe kom om te beslissen wat ik er mee wil doen. Hebben jullie ideeën? Ik zou er een babydeken van hebben kunnen breien, maar mijn kinderen hebben inmiddels genoeg dekens en een nieuwe baby is niet in zicht. Iets voor mezelf zou ook leuk zijn, maar het is wel besmettelijke wol natuurlijk. Dus, wie oh wie heeft hét idee?!