WAT IS KATA?


Het kata heeft een centrale rol in het karate. Kata is misschien het best te omschrijven als alleengevecht of schijngevecht.
Een kata is een stijlfiguur, een vaste serie bewegingen, waarmee de karateka een gevecht uitbeeldt tegen een denkbeeldige tegenstander. De eerste techniek is altijd verdedigend. De tegenstanders komen van verschillende richtingen. Het is dan ook niet een reëel gevecht, maar een schijngevecht, waarin de verschillende standen, verdediging en aanvaltechnieken worden geoefend. Belangrijke sleutelfactoren in kata zijn, snelheid, kracht, flexibiliteit en ritme.

 

In Shotokan karate zijn 15 basis kata’s en 9 gevorderde kata’s. Elke kata heeft zijn eigen naam en betekenis. De eenvoudige basis kata’s zoals de Heian kata’s zijn speciaal ontworpen om een special techniek of positie te doceren. Andere kata’s zoals de Kanku Dai zijn volledig volwassen systemen. Oude kata’s zijn afkomstig van Okinawa, de oorsprong van Karate.

De eerste kata die wordt aangeleerd is de Taikyoku Shodan en de Heian Shodan. Deze kata’s bestaan uit basisstoten, de oi tsuki chudan, basis blokkeringen, de gedan barai, age uke en shuto uke, basisverplaatsingen zoals de kai ashi en de basisstanden zenkutsu dachi en kokutsu dachi. Het aanleren van een kata gaat in drie fasen. De kata wordt in delen gehakt en elk deel wordt apart geleerd. Uiteindelijk worden de delen samengevoegd en wordt de hele kata uitgevoerd. In deze fase wordt aandacht besteedt aan het corrigeren van de zwakke elementen. Daarom wordt de katatraining ondersteund met kihon training. Dit is fase twee. De derde fase is het begrijpen van de betekenis van de kata. Dit is de ziel van de karate sport en duurt de rest van je leven als karateka.

Er zijn twee typen kata’s: de shorin kata’s en de shorei kata’s. De shorin kata’s zijn de heian 1,2,3,4,5, bassai-dai, enpi, kanku dai en gankaku en zijn gemaakt voor kleine lichtgebouwde karateka’s. De groep onderscheidt zich door snelle bewegingen en lichaamsverplaatsingen. De shorei kata’s zijn tekki 1,2,3, hangetsu, jion en jitte en zijn gemaakt voor grote, zwaargebouwde karateka’s. De bewegingen zijn langzaam en sterk.

Elke kata begint met Rei (ceremoniële buiging). Deze wordt uitgevoerd in musubi-dachi, de informele stand, de hielen tegen elkaar, de voeten naar buiten wijzend en de handen rustend op de dijen. Hierna buigt de beoefenaar licht naar voren, terwijl de blik naar voren blijft gericht. De Kamae (houding) volgt na rei. Dit is de positie waarin de karateka staat als het kata begint. Meestal is dat de hachiji-dachi (voeten op schouderbreedte naar buiten gericht). Er zijn ook kata's waar de voeten gesloten blijven in heisoku-dachi. Beide standen zijn zonder spanning, speciaal in de knieën en schouders.



Heian Shodan


Heian Nidan


Heian Sandan


Heian Yondan


Heian Godan


Tekki Shodan


Tekki Nidan


Tekki Sandan


Bassai Dai


Bassai Sho


Enpi


Jion


Hangetsu


Kanku Dai


Kanku Sho


Chinte


Jitte


Ji’in


Gankaku


Gojushiho Dai


Gojushiho Sho


Nijushiho


Sochin


Meikyo


Unsu


Wankan