Wetenswaardig over Bali`s stranden
In de jaren zestig ontdekten hippie-globetrotters de strand in Bali. Ze kwamen naar Kuta om het eenzelfde magische klank bezat als de drie andere K's van Azië: Kathmandu, Kabul en Ko Samui. Kuta en het ermee vergroeide buurdorp Legian is nu een kilometers lange strook van hotels in alle prijsklassen, restaurants en honderden souvenirwinkels. Kuta is eens van de Torremolinos van Indonesië, maar gelukkig zonder de torrenflats van de Spaanse costa's. Want ook in Kuta geldt de Balische regel dat geen gebouw hoger mag zijn dan een palmboom. Door Legian Street, de smalle hoofdweg van Kuta wurmt zich een voortdurende file van bemo's, vrachtauto's, jeeps met toeristen en motorfietsen. Het straatbeeld wordt beheerst door groepjes roodverbrande toeristen die hier hun strand- en surfvakantie vieren. In Kuta hoef je je nooit te vervelen, maar je moet wel het nodige voor lief nemen. Er heerst een voortdurende verkeerschaos, het lawaai is enorm en iedereen lijkt op je geld uit. Daar staat tegenover dat het zandstrand mooi en breed is, ook al is het geen `klassiek' tropisch strand, omzoomd door kokospalmen. Sinds de ambulante verkopers en massagevrouwen een paar jaar geleden van het strand naar de boulevard verbannen werden, kun je er ongestoord luieren en kijken naar de surfers.
Voor strandgenoegens ben je op Bali uiteraard niet alleen aangewezen op Kuta en Legian. Nergens is de zee echt ver weg, maar het zuiden biedt de meeste mogelijkheden. Wie Kuta te druk en van te weinig niveau vindt, kan in de andere nabijgelegen stranden onderdak vinden.

Jimbaran ligt ten zuiden van Kuta en ligt in een smalle inham van het zuid-westelijk puntje van Bali. Hierdoor zijn er twee stranden ontstaan die totaal anders zijn. In het westen liggen de Jimbaran Baai en een reeks nieuwe, luxe hotels. In het oosten ligt de haven. Bovenop een grote heuvel ligt het Garuda Wisnu Kencana Cultural Park (GWK) van waaruit je een prachtig uitzicht hebt over Jimbaran en het zuiden van Bali.
Kuta heeft de naam, maar Nusa Dua heeft de looks en het dure ambiente. Het ligt op het schiereiland Bukit in het uiterste zuiden. Het is een afgesloten wereld waar Bali niet lijkt te bestaan, alleen zon, zee, strand en palmen. Ongenode gasten worden uit de enclave geweerd. Aan de noord- en zuidkant van Nusa Dua vind je beste surfspots, de beste golfbanen van Azië en het grootste aanbod aan winkelcentra en kunstgalerijen van heel Bali.

Eveneens in het zuidelijkste puntje van Bali, maar dan precies aan de andere kant van Kuta liggen de stranden van Sanur. Deze zijn in alles het tegenovergestelde van Kuta Beach. Terwijl de rollende golven van Kuta perfect zijn voor surfers blijft de zee bij Sanur kalm en glad omdat een groot koraalrif de strand beschermt. Dus echt zwemmen kan men alleen bij hoogwater en let wel op; de mooiste stukjes strand zijn vaak gereserveerd voor gasten van de aanliggende hotels. Mooi is wel dat er geen weg langs de strand gaat.
Sanur is modern en biedt een hoop watersportmogelijkheden. Alles in deze stad ademt naar ontspanning. Dit is de perfecte plaats om een massage te regelen of je haar in te laten draaien. Een bruisend nachtleven zul je hier niet vinden maar langs de boulevard vind je een enorm aanbod aan souvenirshops, cafés en restaurants. Er is hier zelfs zoveel variatie in de soorten restaurants dat je iedere dag wat totaal anders kan eten.

Grote delen van de kuststreken van Bali, zoals vrijwel de gehele westkust, hebben weinig toeristische voorzieningen. Maar daarvoor liggen er rustige stranden zoals Balian in de westpunt van Bali en is een droom voor elke surfer. Niet omdat de golven hier zo wild en spectaculair zijn als bijvoorbeeld in Kuta en Nusa Dua, maar juist om de absolute rust. Balian ligt ten noordwesten van Denpasar net onder Gilimanuk waar de ferry naar Java vertrekt. Balian heeft een lange kustlijn met palmbomen en op de achtergrond heuvels en rijstvelden. Hier zijn geen hordes met toeristen, aangezien dit dorp ook maar een paar kleine hotels heeft. In Balian is het leven rustig en traag en zul je nog geen fractie van de entertainment vinden die je gewend bent in het zuiden van Bali. Er zijn weinig winkels, en niet eens een bank, eigen vervoer is hier dus geen overbodige luxe. In ieder geval krijgt men hier ook beter de kans om echt van het gewone Balinese leven te proeven. Hier niet al te ver vandaan liggen ook Medewi, de beste surfspot van West Bali en het rustige Soka Beach.

Candidasa bij de Padang Bai waar de veerboten naar Lombok vertrekken is een van de alternatieven voor Kuta. Candidasa war voor jaren nog maar een gehucht waar hoogstens enkele tientallen (rugzak)toeristen tegelijk bivakkeren en waar 's avonds alleen olielampen voor schaarse verlichting zorge. Heden bieden zich voor onderdak en maaltijden tientallen hotels en restaurants aan. Candidasa trekt zich op aan grote broer Kuta, maar heeft een groot nadeel: bij vloed verdwijnt het strand van zwart vulkaanzand geheel onder water. Als het waait, beuken de golven tegen de `boulevard' en telkens weer is er schade door afslag. Betonnen golfbrekers moeten het ergste voorkomen. De omgeving van Candidasa leent zich prima voor wandelingen en fietstochten over kronkelende weggetjes langs de schitterende rijstvelden achter Candidasa en de Gunung Agung steeds majestueus op de achtergrond.

Lovina Beach, dé plek voor een rustig verblijf aan het strand (wellicht op een paar weken in augustus na). Daar vind je geen luxe hotels met zwembad, geen schitterend witte zandstranden en geen golven om op te surfen, waarschijnlijk evenzoveel redenen dat er geen massa's toeristen zijn. Maar wie zwart zand en een kalme, lauwe zee geen bezwaar vindt en op zoek is naar rust, komt in Lovina zeker aan zijn trekken. Lovina Beach is de verzamelnaam voor een aantal stranden ten westen van de oude hoofdstad Singaraja. Over een lengte van een paar kilometer rijgen zich bungalowcomplexen aaneen, afgewisseld door restaurantjes. Hier is niets te doen, behalve aan het strand liggen en een beetje snorkelen bij het rif vlak uit de kust. Het leven in Lovina volgt voor de toerist zijn vaste kalme patroon: 's ochtends snorkelen, 's middags luieren en 's avonds vis eten in een van de restaurants. Maar dat zijn voorlopig de enige momenten waarop het saaie en kalme Lovina een klein beetje aan de bruisende tegenpool Kuta doet denken.