Welke risico's kan het gebruik van elektrische stroom inhouden voor de mens?

1.   ?    kramp
2.   ?    elektrocutie
3.   ?    brandwonden
4.   ?    de antwoorden a, b en c zijn juist

Wat kan de oorzaak zijn van een elektrisch ongeval?

1.   ?    een niet-reglementaire installatie
2.   ?    een defect in toestel, machine of installatie
3.   ?    niet-aangepast toestel
4.   ?    de antwoorden a, b en c zijn juist

Wat kan de oorzaak zijn van een elektrisch ongeval?

1.   ?    een onoordeelkundig gebruik
2.   ?    beschadigde isolatie
3.   ?    slecht onderhoud
4.   ?    Watt.de antwoorden a, b en c zijn juist

Een wisselspanning van 220 V is een:

1.   ?    hoogspanning
2.   ?    zeer lage veiligheidsspanning
3.   ?    laagspanning
4.   ?    middenspanning

Elektrische spanning wordt uitgedrukt in:

1.   ?    Ampère
2.   ?    Ohm
3.   ?    Volt
4.   ?    vermogen (Watt)

Stroomsterkte wordt uitgedrukt in:

1.   ?    Ampère
2.   ?    Ohm
3.   ?    Volt
4.   ?    watt

Weerstand wordt uitgedrukt in:

1.   ?    Ampère
2.   ?    Ohm
3.   ?    Volt
4.   ?    watt

Vermogen wordt uitgedrukt in:

1.   ?    Ampère
2.   ?    Ohm
3.   ?    Volt
4.   ?    watt

De elektrische installaties zijn gereglementeerd in:

1.   ?    de Codex van het Welzijn
2.   ?    het AREI
3.   ?    Vlarem
4.   ?    Vlarebo

Wat is het effect van een stroomsterkte van 5 A op het lichaam?

1.   ?    geeft hartritmestoornissen
2.   ?    veroorzaakt zware brandwonden en kan de dood tot gevolg hebben
3.   ?    levert geen gevaar voor de mens
4.   ?    de antwoorden a, b en c zijn juist

De grootte van de stroomsterkte heeft wat de invloed op het menselijk organisme betreft :

1.   ?    weinig invloed
2.   ?    een grote invloed
3.   ?    geen invloed
4.   ?    enkel invloed boven de 5 Ampère.

Het effect van een stroomdoorgang door het lichaam wordt niet beïnvloed door:

1.   ?    de stroomsterkte
2.   ?    de weg van de stroomdoorgang door het lichaam
3.   ?    de duur van de blootstelling
4.   ?    de kledij van het slachtoffer

Vanaf welke waarde van de stroomsterkte kan hartkamerfibrillatie optreden?

1.   ?    vanaf 5 tot 30 mA
2.   ?    vanaf 30 tot 50mA
3.   ?    vanaf 50 tot 200 mA
4.   ?    van 200 tot 300mA

Welke factor bepaalt mee het effect van de stroomdoorgang door het menselijk lichaam?

1.   ?    de grootte van de stroomdoorgang
2.   ?    de duur van de stroomdoorgang
3.   ?    de weg die de stroom in het lichaam volgt
4.   ?    de antwoorden a, b en c zijn juist

Welke eenheid in verband met elektriciteit heeft het grootste effect op het menselijk lichaam?

1.   ?    stroom (Ampère)
2.   ?    spanning (Volt)
3.   ?    weerstand (Ohm)
4.   ?    vermogen (Watt)

Het effect op het menselijk lichaam van wisselspanning en gelijkspanning (zelfde grootte) is :

1.   ?    gelijk
2.   ?    groter bij wisselspanning
3.   ?    groter bij gelijkspanning
4.   ?    kleiner bij wisselspanning

Als een slachtoffer een aanzienlijke stroomstoot heeft doorstaan moet men:

1.   ?    het slachtoffer de eerste hulp (EHBO) toedienen
2.   ?    afwachten en zien wat er te doen valt
3.   ?    het slachtoffer steeds naar een ziekenhuis afvoeren, na de eerste zorgen te hebben toegediend
4.   ?    het slachtoffer minstens een uur laten rusten

Hoe ontstaat kortsluiting?

1.   ?    door contact tussen twee onder spanning staande onderdelen of geleiders
2.   ?    door aanraking van een onder spanning staand onderdeel
3.   ?    door vochtinsijpeling in een elektrische installatie
4.   ?    de antwoorden b en c zijn juist

Hoe kan een elektrische installatie oorzaak zijn van brand?

1.   ?    kortsluiting in een elektrische installatie
2.   ?    oververhitting van een elektrische motor
3.   ?    vonken of vlamboog bij contacten tussen elektrische geleiders
4.   ?    de antwoorden a, b en c zijn juist

Wat is het risico van statische elektriciteit?

1.   ?    krampen en hartfibrillatie
2.   ?    vonkoverslag en explosie risico in brandgevaarlijk milieu
3.   ?    ontregeling van elektronische toestellen
4.   ?    de antwoorden b en c zijn juist

Statische elektriciteit kan ontstaan bij:

1.   ?    de aanraking van een batterij van 12 Volt
2.   ?    het overtappen van vloeistoffen
3.   ?    snel lopen over een houten vloer of trap
4.   ?    de antwoorden a, b en c zijn juist

Als beveiliging tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking (delen onder spanning)
kan gekozen worden voor:

1.   ?    zeer lage veiligheidsspanning
2.   ?    bescherming door isolatie
3.   ?    differentieelschakelaar
4.   ?    de antwoorden a, b en c zijn juist

Wat is de belangrijkste maatregel om ongevallen bij werken aan elektrische installaties te
voorkomen?

1.   ?    geïsoleerde handwerktuigen (tang, schroevendraaier) gebruiken
2.   ?    Spanningsloos werken
3.   ?    geïsoleerde veiligheidsschoenen en handschoenen dragen
4.   ?    vocht en water in de werkomgeving vermijden

Waarom plaatst men een differentieelschakelaar?

1.   ?    om de spanning te kunnen verlagen of verhogen naargelang het aantal aangesloten toestellen
2.   ?    om opwarming te vermijden bij overstromen
3.   ?    om de spanning bij aanraking van onder spanning staande delen te onderbreken
4.   ?    om kortsluiting te vermijden

Welke spanning is veilig in alle omstandigheden?

1.   ?    220 V
2.   ?    48 V
3.   ?    24 V
4.   ?    12 V

Vanaf welke wisselspanning is elektriciteit gevaarlijk?

1.   ?    10.000 volt
2.   ?    380 volt
3.   ?    220 volt
4.   ?    50 volt

Wat betekent de afkorting "ZLVS" :

1.   ?    zeer lage vermogenspanning
2.   ?    zeer lage voedingsstroom
3.   ?    zeer lage veiligheidsspanning
4.   ?    zeer lage voedingsspanning

Welk van de volgende systemen beveiligt de mens niet tegen elektrocutie?

1.   ?    de aarding
2.   ?    de differentieelschakelaar
3.   ?    automatische zekeringen
4.   ?    dubbele isolatie van het toestel

Een verliesstroomschakelaar of aardlekschakelaar zal de stroom onderbreken:

1.   ?    als de spanning van het net beneden een minimumwaarde komt
2.   ?    als de spanningsschommelingen van het net te groot zijn
3.   ?    als het gemeten verschil tussen de ingaande en uitgaande stroom van een elektrische kring een vooraf ingestelde waarde overschrijdt
4.   ?    als er een overbelasting of kortsluiting is

Het symbool (twee in elkaar geplaatste vierkanten) geeft aan dat het toestel :

1.   ?    een aarding heeft
2.   ?    beschermd is tegen de invloed van water
3.   ?    CE-gekeurd is
4.   ?    dubbel geïsoleerd is

Een differentieelschakelaar:

1.   ?    is een andere benaming voor een verliesstroomschakelaar of aardlekschakelaar
2.   ?    onderbreekt automatisch de stroomtoevoer indien een persoon een onder spanning staand onderdeel van de installatie aanraakt
3.   ?    biedt in laagspanningsinstallaties een beveiliging van personen tegen elektrische schokken bij directe of indirecte aanraking
4.   ?    de antwoorden a, b en c zijn juist

Om het elektrisch net tegen kortsluiting te beveiligen moet men:

1.   ?    een aarding plaatsen
2.   ?    een differentieelschakelaar plaatsen
3.   ?    zekeringen plaatsen
4.   ?    de antwoorden a, b en c zijn juist

Wat is de beste beveiliging om aan elektrische installaties te werken voor onderhoud en
herstelling ?

1.   ?    een plaatje op de schakelaar plaatsen met "verboden in te schakelen"
2.   ?    de zekering verwijderen
3.   ?    de hoofdschakelaar uitschakelen en vergrendelen met slot
4.   ?    een veiligheidswacht bij de schakelaar plaatsen

Een goed aardingssysteem heeft:

1.   ?    een funderingslus gescheiden van de muren
2.   ?    een aardingsonderbreker
3.   ?    een weerstandswaarde van de aarding van minder dan 30 Ohm
4.   ?    de antwoorden a, b en c zijn juist

Geaarde toestellen:

1.   ?    moeten steeds dubbel geïsoleerd zijn
2.   ?    mogen nooit dubbel geïsoleerd zijn
3.   ?    mogen enkel in droge omstandigheden gebruikt worden
4.   ?    de antwoorden b en c zijn juist

Dubbel geïsoleerde toestellen:

1.   ?    mogen nooit geaard zijn
2.   ?    moeten steeds geaard worden
3.   ?    moeten enkel geaard worden indien ze onder hoogspanning werken
4.   ?    moeten enkel geaard worden indien ze in vochtige omstandigheden gebruikt worden

Welk toestel biedt de beste bescherming tegen onrechtstreekse aanraking?

1.   ?    een enkel geïsoleerd toestel
2.   ?    een enkel geïsoleerd toestel met aarding
3.   ?    een onbeschadigd dubbel geïsoleerd toestel
4.   ?    een dubbel geïsoleerd toestel met aarding

Welke personen vallen onder de categorie "gewaarschuwde BA4"?

1.   ?    gewone werknemers
2.   ?    kinderen
3.   ?    uitbatings- en onderhoudspersoneel van elektrische installaties
4.   ?    Ingenieurs en hoog gekwalificeerde technici

Welke personen mogen, mits respect van bepaalde voorwaarden aan elektrische installaties
onder spanning werken?

1.   ?    "leken" of gewone werknemers
2.   ?    geen enkele persoon
3.   ?    voldoende onderrichte personen, gewaarschuwden en bevoegden (BA4 en BA5)
4.   ?    enkel ingenieurs en technici - BA5 bevoegden

Waarom moet een kabelhaspel (verlengkabel) steeds geheel worden afgerold?

1.   ?    om de lengte te controleren
2.   ?    om na te gaan of er geen breuken in de kabel zijn
3.   ?    om de dikte van de kabel te controleren
4.   ?    om opwarming van de kabel te voorkomen