RONDWANDELING LANGS DOLMEN EN MENHIRS
Traject Erezée - Wéris - Fanzel - Mormont 23 Km

© L.A.W.V.VIA-VIA
Wéris - Dolmen d'Oppagne

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek






Erezée
Ongeveer 23 km.
Deze rondwandeling ten noorden van Erezée voert eerst door het bosgebied op de oostelijke oever van de Aisne om vervolgens bij Eveux naar het westen een lus te maken langs Dolmen en Menhirs in de omgeving van Wéris, de Megalithische hoofdstad van België. Bij Fanzel wordt opnieuw de Aisne overgestoken en vervolgens loopt de route zuidwestwaarts terug naar Erezée. Het is een wandeling met een lengte van ongeveer 23 kilometer, die voor een groot gedeelte over het traject van de rood-wit gemarkeerde GR-57 loopt.

ROUTEBESCHRIJVING

In Erezée starten we op het pleintje tegenover het gemeentehuis bij een plaatselijk restaurant met een uitstraling dat de laatste gasten alweer heel lang geleden vertrokken zijn. Het dorpje, dat in de 15e eeuw onder het machtsgebied van de graven van Luxemburg viel, ademt de sfeer uit van een typisch Ardeense plattelandsgemeente, waar landbouw en veeteelt lange tijd een belangrijke bron van inkomsten zijn geweest. In de 15e en 16e eeuw bloeide hier de ijzerindustrie en zorgden de uitgestrekte bossen voor het hout van de smederijen. Aan het begin van de 17e eeuw verdween deze industrie. Gelegen aan de Aisne is het toeristische stoomtreintje in de zomerperiode de belangrijkste attractie.

Al meteen bij vertrek in het centrum van Erezée herkennen we de rood-witte markering van de Gr-57. We lopen noordwaarts en waar de rijweg naar links afbuigt, nemen we rechtdoor de Avenue des Nations Unies. Na bijna een halve kilometer, voorbij een grote oude villa, gaan we naar links een onverharde weg in. Al klimmend bereiken we een verharde weg en blijven in dezelfde richting in noordwestelijk richting verder lopen. Kort nadat we de bosrand bereikt hebben, gaan we op een kruispunt met bospaden naar rechts en lopen even door het bos, tot we bij een omheind terrein met damherten komen. Het pad loopt langs de omheining naar rechts. Even verder naar links, in de richting van enkele loodsen in het gehucht Oster. We komen op een asfaltweggetje, dat we even blijven volgen. Even verderop nemen we de tweede zijweg naar links en zigzaggen even tussen de huizen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oster - Routemarkering GR-57
Hier verlaten we langs een mooi pad de bebouwing van het gehucht Oster. Rechts genieten we van een weids vergezicht. Beneden ligt de vallei van de Estinalle, een zijriviertje van de Aisne. We blijft deze weg volgen tot bij een zitbank. Daar gaat het naar links. We klimmen en loopen een mooi loofbos binnen met veel eiken en beuken en verderop begint de afdaling naar de Aisnevallei. Op een splitsing opnieuw naar links. Rechts ligt een weide en in de verte kun je het kerkje van het dorp Fanzel, een klein, mooi dorp waar de Aisne en de Estinalle samenvloeit, bespeuren. Het pad maakt een bocht naar links en even later sta je in het gehucht Eveux, waar we bij de oude watermolen de Aisne en de rijweg oversteken.

Nu wacht ons een lange, pittige maar mooie beklimming op de andere flank van de Aisnevallei omhoog. In brede bochten klimt de weg de heuvel op. Het zicht op de beboste helling aan de overkant van de Aisne is de moeite waard en even later krijgen we weer Fanzel te zien in de verte. Uiteindelijk wordt de weg smaller en onverhard en wandelen we een mooi loofbos binnen. De GR- tekens leiden ons probleemloos door het bos, passeren even een open plek aan onze linkerzijde en gaan dan op een kruispunt van boswegen rechtdoor. Zo bereiken we het volgende kruispunt, waar vijf wegen samenkomen, op de de kaart aangeduid met Refuge du Brocard. We zijn goed 6 kilometer onderweg vanuit Erezée. Een bankje biedt de gelegenheid voor een korte pauze.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Refuge du Brocard - Routemarkeringen
Op deze vijfsprong Refuge du Brocard kiezen we voor het pad in zuidwestelijke richting en houden rechts. Op de bomen vinden we naast de markering van de GR57 nog een drietal markeringen van wandelroutes. We lopen door tot aan het punt, dat gemarkeerd wordt als Borne Geodesique op een hoogte van 395 meter, het hoogste punt op onze rondwandeling. Vanhier dalen we door een holle weg af naar Pays-Bayard. In de weilanden links zien u een grote puddingsteen liggen. Met de welluidende naam ”Pierre Bayard”. Als je goed kijkt dan lijkt dit puddingsteen, ook wel "zandsteenconglomeraat" genoemd, op een soort natuurlijk beton van kiezelstenen in cement. Dit materiaal is heel anders dan het compacte "Dolomietkalk" dat je overal in de Ourthe-vallei aantreft. Dit is ook het materiaal dat in deze omgeving gebruikt is om de megalithische bouwwerken mee op te richten, die we verder op onze route zullen tegenkomen. Voor het kapelletje langs komen we op een vijfsprong. Hier is een grasveldje met een bankje. Opvallend is het kunstwerk. Maar ook ligt er een langgerekte steen. Daarin zien we een brede groef. Volgens de legende zou het Ros Beiaard vanaf hier met de vier Heemskinderen op zijn rug, zich hebben afgezet om zo met een reuze sprong van 5 kilometer in Durbuy uit te komen. Het verklaart wellicht waarom dit gehucht "Pas-Bayard" heet. Wij hebben meer oog voor het kunstwerk met de mooie naam: “Larmea l’oeil”, dat een centrale plek inneemt op het grasveldje.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Pays-Bayard - Kunstwerk “Larmea l’oeil”
Rechts volgen we de markering van de GR-57 over het asfalt om na 80 meter linksaf te slaan. Dit paadje komt even verderop uit op het asfalt, waar we nog net voor het bruggetje over een klein beekje rechtsaf door een alleraardigste beekdal de bosrand volgen en we naar het zuiden zicht hebben de huizen van het gehucht Wénin. Bij de volgende kruising houden we even rechts aan en dan links, pal noord, het pad te volgen dat ons naar de Dolmen d’Oppagne voert. Rechts in de weilanden en omgeven door een aantal statige eikenbomen krijgen we zicht op de Dolmen d’Oppagne, een van de twee ganggraven in de omgeving van Wéris. Het 7 meter lange hunnebed is een bouwwerk waarin de mensen uit de Seine-Oise-Marne cultuur (Laat-Neolithicum, 2800 tot 1700 voor Christus) hun doden bijzetten. De dolmen bevindt zich in een geul zodat alleen de drie sluitstenen boven het maaiveld uitkomen. De interne kamer is 4,6 meter lang, 1,2 meter breed en binnenin 0,6 meter hoog.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Wéris - Dolmen d'Oppagne opening naar grafkamer
De kamer heeft 2 paren rechtopstaande stenen en een eindsteen, gebouwd zonder specie. Om het graf helemaal af te sluiten, werd er nog een aarden wal over aangebracht. Het werd in 1888 ontdekt en uitgegraven door A. Charneux en gerestaureerd in 1906. Er is een voorkamer waarvan nog 2 rechtopstaande stenen overblijven. Ook hier doen de 2 platte stenen vermoeden dat deze een vierde deksteen vormden. De beide kamers zijn van elkaar gescheiden door een platte steen met een grote deuropening. In 1984 zijn bij opgravingen ook nog een paar menhirs in de buurt gevonden en zijn ook heel wat andere bodemvondsten gedaan, zoals skelet-resten, voorwerpen van vuursteen, scherven van bekers en potten en gouden munten.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Wéris - Menhirs naast Dolmen d'Oppagne
Naast deze Dolmen d’Oppagne staan ook enkele menhirs, stenen uit één stuk, een monoliet, die langer zijn dan breed. Ze staan vaak in de directe omgeving van een dolmen en het ligt voor de hand te veronderstellen dat het wegwijzers naar deze begraafplaats zijn. Maar wat de precieze betekenis van deze rechtopstaande stenen is, daarover zijn de geleerden het nog lang niet eens. Zijn het grenspalen om het grondgebieden af te bakenen, zijn het vruchtbaarheidssymbolen of zelfs onderdelen van enorme astronomische observatoria? Zeker is dat de omgeving van Wéris één van de geheimzinnigste, zo niet dé geheimzinnigste streek van geheel Wallonië is. In de bossen rond dit dorp zijn grote aantallen rotsblokken en dolmen te zien, waarvan de oorspronkelijke bestemming niet geheel duidelijk is. Dezelfde raadselen die het Engelse Stonehenge omgeven, hangen ook rond deze megalieten. Wellicht gebruikten de voorouders van de Ardenners van nu de steenblokken van Wéris als een soort kalender, een middel om de tijd te meten. Volgens een andere theorie moet in de schikking van de stenen, die naar sterrenbeelden zouden verwijzen, een boodschap voor de Goden in het heelal worden gezien. Het blijft gissen!

© L.A.W.V.VIA-VIA
Wéris - Menhir Danthine
Wij vervolgen onze wandeling over de gemarkeerde GR-57, gaan op de kruising naar rechts en zien op afstand in noordoostelijke richting langs de doorgaande weg van Wéris naar Barvaux de volgende imposante menhir. Om deze monoliet te bereiken moeten we even de asfaltweg oplopen. De plaats waar deze grote steen nu staat is niet de plaats waar hij ooit gevonden is. In 1947 is de steen door een boer in zijn akker ontdekt en een jaar later door de Luikse professor Danthine langs het veld weer opgericht. Deze menhir is naar deze Belgische professor vernoemd en heet dus de "Danthine" menhir. Het gevaarte is 3,60 m hoog en weegt zo'n 8000 kilogram. Het pad volgend is het bij de volgende kruising van wegen even opletten om de juiste route pal noord te kiezen. De elektriciteitsmasten wijzen ons de weg en zo bereiken we na één kilometer de Dolmen de Wéris.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Wéris - Dolmen de Wéris
De Dolmen de Wéris is een imposant ganggraf of hunnebed en ligt tussen de bomen, maar was eens begraven onder een zandheuvel van 11 meter. Het bovengrondse graf werd gerestaureerd in 1906 zonder enige belangrijke vondsten. Als we een kijkje in het graf neemt, wordt ons duidelijk waarom dit bouwwerk "ganggraf" wordt genoemd. Het hunnebed bestaat uit verticale draagstenen met daarbovenop de imposante deksteen. Deze deksteen weegt maar liefst 30 ton en komt uit een puddingsteengroeve ten zuidwesten van Wéris. De ingang van het graf is voorzien van één of meerdere verplaatsbare stenen, zodat in zo'n graf meerdere mensen kunnen worden bijgezet. De binnenmaat van de kamer heeft een lengte van 5,5 meter en is 1,7 meter breed. De grootste van de 2 sluitstenen vertoont serieuze barsten. Het is mogelijk dat er nog een derde sluitsteen was, die bestond uit de 3 platte plaveien aan de ingang. De kamer is ommuurd met 2 paren opstaande stenen en een eindsteen en is gescheiden van het voorvertrek door een platte steen waarin een toegangsgat is uitgekapt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Wéris - Église Ste. Wilburge
Vanhier lopen we in zuidoostelijke richting over het asfalt naar Wéris, aangeprezen als een van de mooiste dorpen van Wallonië, als het Belgische Stonehenge of het land der megalieten. Een sluimerend dorp met mooie kalk- of zandstenen vakwerkhuizen die perfect zijn gerestaureerd, waaronder een schitterende 17de eeuwse kasteelhoeve en de Romaanse Sint Walburgakerk uit de 11e – 12e eeuw met donjon. Het Place de La Pierre stuif je niet op, in de Rue des Dolmens geef je geen plankgas en Résidence Les Dolmens passeer je stapvoets. Je vindt er het Musée des Mégalithes dat de prehistorie laat herleven. Het museum laat zien hoe de bewoners hier vier- tot vijfduizend jaar geleden mogelijkerwijs hebben gewoond, geleefd en gewerkt, maar vooral, hoe zij de megalieten vervoerden en stapelden om er dolmen van te maken.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Wéris - Panorama vanaf Pierre Haina
We laten Wéris achter ons, gaan links de Rue du Mont in en beginnen we aan de klim die ons moet brengen naar ons volgende doel: de Pierre Haina. We volgen nog steeds de GR-57. Een bordje wijst ons de richting en blijven almaar rechtdoor gaan totdat we naar rechts een soort grindpad steil tegen de berg omhoog zien. We nemen dit GR-pad naar rechts en klimmen 40 meter steil tot we bij een wel heel bijzondere megaliet uitkomen op een eveneens heel bijzondere plek: de Pierre Haina. Deze monoliet wordt ook wel de "witte menhir" genoemd. Deze steen is hier niet neergezet, het is een natuurlijke rotsformatie, maar door de mens op deze plaats uit die vrijgemaakte rots uitgehouwen. Met een hoogte van meer dan 3 meter en 1,20 meter breed, maakt de steen een hoek van 45 graden en is naar het oosten gekeerd. De steen lijkt zo net op een vinger die uit de grond steekt en in de richting wijst waar de zon opkomt. De naam van de steen "Pierre Haina" betekent "steen der ouden". Volgens een legende zou deze steen, als een kurk op een fles, een toegang naar het centrum van de aarde afsluiten. Van tijd tot tijd is dit de plaats waar de duivel uit dat gat zou komen!! Vanaf een hoogte van ongeveer 380 meter hebben we een panoramisch uitzicht op de omgeving.

Met de rug naar de "witte menhir" staande en kijkend dan naar de rotsige bergwand, pal naar het oosten, kiezen we voor een sterk dalend smal paadje noordwaarts, dus naar links. Dit paadje daalt door het bos weer zo'n 40m af en we komen uit op een breder bospad. Hier recht oversteken. Enkele meters verder zien we in een sparrenbosje een merkwaardige steen. Volgens het bordje zou het hier gaan om de "Lit du Diable" ofwel het "duivelsbed". Het is en bijzondere stenen tafel waarvan één kant iets hoger is. Een soort hoofdsteun of kussen dus. Er zijn archeologen die in deze steen een offertafel zien! Hier zou de duivel wel eens uitrusten van al zijn boze arbeid. Het kan bijna niet anders dan dat aan deze steen ook weer een legende verbonden zit. In het gehucht Roche-à-Frêne aan de Aisne woonde eens een molenaar. De Aisne stond weer eens laag en de molen kreeg zo te weinig water. De molenaar vroeg daarom aan de duivel voor hem een dam in de rivier te bouwen om zo altijd van voldoende water verzekerd te zijn. De duivel deed dit, maar natuurlijk alleen als de molenaar daarvoor in ruil zijn ziel aan de duivel zou geven. De molenaar stemde hierin toe. De duivel werkte de hele nacht door en de volgende ochtend moest de noeste arbeid vereffend worden. De molenaar kwam echter niet opdagen, wel zijn hond. Daarop werd de duivel zo woest dat hij zijn bouwwerk meteen weer vernielde. de “resten van “die verwoeste dam zijn nog steeds in Roche-à-Frêne te zien als een smalle rotswand die recht uit de berghelling steekt. De duivel ging daarna uitgeput op deze steen rusten. Vanaf dat moment heet deze steen het duivelsbed.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Onderweg naar Fanzel
Vanaf Lit du Diable lopen we terug naar het bospad, dat we net gekruist zijn, en gaan linksaf. Op dit pad lopen we door, gaan linksaf en steken een beekje over en bereiken de asfaltweg. Deze weg volgen we naar rechts. Voorbij het waterstation, gelegen in een open terrein komen we op een T-splitsing. De route gaat onverhard verder. Meteen nemen we het bospad naar rechts en komen in het Bois de Wéris. De route voert ons door het dichte dennenbos tot aan de doorgaande weg van Heyd naar Fanzel. Hier kiezen we voor de richting naar Fanzel, dat we na goed 2 kilometer over het asfalt van de Rue Pierresart bereiken. Bossen en grashellingen wisselen elkaar af. Ook Fanzel is zo’n typisch klein Ardeens dorpje aan de Aisne, die hier samenvloeit met de Estinale. We steken de Aisne over, die zich slingerend en kabbelend over rotsachtige beddingen haar weg zoekt. In Fanzel staat de kerk op een heuvel boven een groepje huizen, waaronder een watermolen met mooi gevelvakwerk. Langs de Neo-Gotische kerk uit 1864 met aangrenzend kerkhof nemen we de route tussen de weilanden door naar ons volgende gehucht Mormont. Het is de Rue de la Terre aux Loups die ons naar dit gehucht brengt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Mormont
Mormont ligt op een hoogte van 284 meter. De naam van Mormont vinden we voor het eerst in een geschrift uit 1105. Het zou een samenvoeging zijn van het Keltische "Noles" dat “moeras” en "Moet", wat “berg” betekent, wat zoveel wil zeggen als “Mont des Marais”. Het gehucht telt vanaf 1891 zo’n 84 huizen en 318 inwoners Het behoort in 1892 tot het decanaat van Stavelot en de parochie van Wéris. Vroeger stonden er op het Place du Batty bij de kerk zilverpopulieren, bomen die gewoonlijk slechts op de vochtige terreinen in het Vlaamse land gedijen. Zij zijn vandaag de dag verdwenen, maar nog altijd is er een drinkplaats uit de 19e eeuw te zien. Het is ook op deze plaats waar vroeger een kluizenaar in een hut geleefd zou hebben. Langs de kerk lopend slaan we de Rue du Reservoir in. Hier beginnen we aan de laatste etappe naar Erezée.

Het zijn nog een vijftal kilometers die ons scheiden van het vertrekpunt van onze rondwandeling. De Rue du Reservoir is de eerste kilometer verhard en gaat bij de T-splitsing over in een onverharde weg. We houden links aan en gaan zuidelijk in zuidelijke richting. Door het bos klimmen we tot op een hoogte van 385 meter. Het is duidelijk zichtbaar dat er in dit seizoen veel werk wordt gedaan in de bossen: bomen worden gerooid en afgevoerd. De bospaden zijn uitgesleten en modderig door de zware bosbouwmachines. Halverwege onze eindetappe kruisen we weer een verharding en Vanaf hier daalt het pad eerst langs de bosrand heel geleidelijk in zuidwestelijke richting, maar voorbij Prangleux steil in een haast uitgesleten beekbedding naar de buitenhuisjes van Estine. Rechtsaf over het asfalt van de Rue du Prangleux bereiken we de Rue du l’Estinale. Hier steken we recht over en komen even verderop aan de bovenloop van het beekje l’Estinale. Als we overgestoken zijn, volgt er nog een steile klim door een holle weg naar de eerste huizen van Erezée. Even naar links en we staan op het startpunt van onze wandelroute, op het pleintje voor het gemeentehuis van Erezée.

Charles Aerssens

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

KAARTEN:

- TopoKaart NGI 1:25 000, 55 / 1-2 Durbuy - Mormont
- Wandelroute uitgezet in eigen beheer "Via-Via"





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 29-10-2005 door C.P.J. Aerssens