De Graal

Niemand weet of en wanneer Koning Arthur precies heeft geleefd, maar hij wordt gesitueerd op het kruispunt tussen de neergang van de ‘oude' religie (waarin het vrouwelijke en de natuur een belangrijke plaats innamen) en de ‘nieuwe' religie (waarin het mannelijke en het hemelse een centrale plaats kregen). Iedereen kent het verhaal van de queeste die Arthurs volgelingen, de Ridders van de Ronde Tafel, ondernamen naar de zogenaamde ‘graal'.

Het verhaal wil dat de Ridders op zoek gingen naar de graal op het moment dat de Saksen in Brittanië waren overwonnen en er bij wijze van spreken geen draken meer te bevechten vielen. Paradoxaal genoeg maakte de herwonnen vrede de Ridders onrustig: nog maar pas thuis na een jarenlange uithuizigheid, ondernamen ze een slopende zoektocht naar de graal.

Het is typerend dat er weinig of geen verhalen bestaan waarin men dé graal vindt. Het is ook typerend dat de mythe van de graal geboren werd op het moment dat de Ridders hun strijddoel, eendracht in het land, bereikt hadden.

De vertellingen blijven vaag over wat de graal precies is. Sommigen zien er iets zeer concreets in, zoals de beker waaruit Kristus zou hebben gedronken tijdens het laatste avondmaal. Anderen zien het abstract ter en interpreteren de graal als een symbool voor innerlijke vrede die de ridder moet vinden tijdens zijn queeste. De graal symboliseert dan een boven discussie verheven en misschien daardoor onbereikbaar doel. Een doel dat zin moet geven aan het leven van onrustige, dwalende mensen.

Inleiding uit mijn boek ‘ A clockwork blues' (Toohcsmi, 2003)