Moet ik bij de start van mijn zelfstandige activiteit mijn beroepskennis bewijzen?

Voor gereglementeerde beroepen moet je je beroepskennis bewijzen.

De beroepskennis is de technische vakkennis die nodig is om het gekozen beroep naar behoren uit voeren. Het zijn beschermde beroepen die niet iedereen zomaar mag uitoefenen. De eisen waaraan je moet voldoen verschillen van beroep tot beroep.

Vroeger werd er bij de inschrijving in de Kamers van Ambachten en Neringen een vestigingsgetuigschrift mee afgeleverd als bewijs van beroepskennis. Nu geldt de inschrijving in de KBO als handels- of ambachtsonderneming als bewijs dat men aan de gestelde eisen voldoet.

Wie moet de beroepskennis bewijzen?

Voor een eenmanszaak:
het ondernemingshoofd
de echtgeno(o)t(e) of de sedert drie jaar samenwonende partner
een helper die deel uitmaakt van het gezin van de zelfstandige in de 1ste, 2de of 3de graad
een loontrekkende met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur

Voor een vennootschap:
de zaakvoerder
een werkende vennoot, of een beheerder of bestuurder,
effectief bij het beheer of technische leiding van het bedrijf betrokken
de echtgeno(o)t(e) of de sedert drie jaar samenwonende partner
een loontrekkende met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur
Indien de samenwonende partner, echtgeno(o)t(e) of helper het bewijs van beroepskennis levert, mag hij/zij geen andere beroepsactiviteit hebben. Wanneer een loontrekkende het bewijs levert, dan dient zijn contract van onbepaalde duur te zijn.

Men kan de beroepskennis bewijzen aan de hand van diploma’s of getuigschriften die men voor dat beroep heeft behaald. Men kan ook bewijs leveren aan de hand van praktijkervaring. Voor elk beroep bestaat er een apart uitvoerend koninklijk besluit waarin de voorwaarden waaraan een beroepservaring dient te voldoen, worden bepaald. Deze ervaring moet uiteraard met een officieel document aangetoond worden. Dit kan bijvoorbeeld een getuigschrift zijn van de belastingcontroleur, een attest van de sociale zekerheid, een loonfiche of een EG-verklaring zijn. Indien men geen diploma of ervaring heeft om de beroepskennis te bewijzen, kan men een examen afleggen voor de centrale jury van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. Het VIZO organiseert in samenwerking met Syntra een waaier aan vormingen en opleidingen.

Voorwaarden praktijkervaring

De vereiste minimumduur voor de meeste beroepen is een praktijkervaring van 5 jaar, opgedaan in de loop van de laatste 10 jaar (na de leeftijd van 18 jaar) die de aanvraag tot inschrijving in de KBO voorafgaan. Deze ervaring kan als zelfstandige, werkend vennoot, bedrijfsleider of als loontrekkende zijn.

Voor volgende beroepen is een langere ervaring vereist en dit na de leeftijd van 21 jaar: aannemer van sloopwerken (5jaar), tandtechnicus (7jaar), installateur centrale verwarming (7jaar), opticien (8jaar).